Februari 2017
Voorwoord

Wat voor een boerenjaar was dat 2016! Het ene hoogtepunt volgde op het andere. Dat kwam uitgebreid aan bod in de speech van de uittredende voorzitter en in die van Godfried op de nieuwjaarsdrink. Deze speeches kan je enkel hier lezen in het digitale Akantje. Er was inderdaad weer zoveel enthousiasme bij de leden dat we kopij te over hadden voor één gedrukt Akantje.

Qua prestaties mocht 2016 er wezen, maar het is ook het jaar van het afscheid van Bert. Daarover wordt heel wat gereflecteerd in deze editie. Een video en de tekst van het bassenlied, een video van het afscheid van Bert zelf, met dank aan de B-kant van Anneleen en een afscheidsbrief door Marja.

Eerst waren er de concerten samen met de Manchester Chorale. Wim deed met hen een rondleiding in Antwerpen. We mogen even meelopen.

De kerstconcerten dan. Zij werden voorbereid op het koorweekend waarover Wilfried een eigenzinnig verslag doet. Katrijn is vooral opgevallen hoe we stilaan talenknobbels worden door al deze vreemde liederen. Acantus doet niet mee aan het uitsluiten van bepaal-de culturen. Het is al een traditie dat we de artiesten met wie we samenwerken wat beter leren kennen. Gerd tikte het gesprek met Michel van Ishtar uit.

We mogen niet vergeten dat de boog niet altijd gespannen kan staan. Er moet ook gefeest worden. En de tenoren zorgden voor een feest!. Wilfried is de verslaggever en we kunnen nog eens zingen bij het Breughellied van Paul.

Een andere traditie is het gedicht van Bea. Ze laat de inauguratie van ‘je weet wel’ op haar inwerken.

In deze digitale versie is ook de agenda en de verjaardagskalender opgenomen. Die vind je niet meer in het gedrukte Akantje.

Piet De Smet
Wat was

De laatste zin van de vorige editie ‘Wat was', luidde als volgt: Exact 12 uur ná de open repetitie kreeg ik telefoon van een Nathalie (“met th”) met de vraag of zij eens een repetitie mocht komen bijwonen. Ze mag. Nathalie kwam, zag, hoorde, … zong, mocht, en bleef. En na haar kwamen intussen ook nog Lieve en Frie.

Er was ook een algemene vergadering, en er is intussen een nieuw bestuur, en een nieuwe voorzitter. Er was dus nogal wat binnen Acantus. En er komt nogal wat, met die Sint-Martinusmis, de reis naar Manchester en het Weihnachtsoratorium voor het zeventigjarig bestaan van ons koor.

Eind september 2016 trokken we opnieuw naar Malle voor ons jaarlijks koorweekeinde. Net als vorig jaar ontmoetten we daar onze zingende collega’s van ‘deCHORALE’, die hun jubileumconcert (100 jaar!) kwamen voorbereiden. Wij kwamen ons kerstconcert instuderen. Arrangementen van Europese kerstliederen, liederen uit het repertoire van Ishtar. Dat liep allemaal wel vlotjes, voor zover ik mij herinneren kan. We hernamen ook de mis van De Boeck, en een aantal koorwerken die we zouden uitvoeren tijdens de beruchte ‘zesdaagse’, eind oktober, begin november. 'Alma che scarca', 'Wiegala, deel 1 van het 'Requiem' van Fauré… Malle was een geslaagd evenement, toch zullen we in 2017 opnieuw naar Drongen trekken, om te zien wat de vernieuwde infrastructuur ons biedt.

Verder gonsde de maand september ook van de voorbereidingen voor het bezoek van The Manchester Chorale.

Een aantal jaren geleden, toen mijn moeder reeds in het woonzorgcentrum verbleef, en ons ouderlijk huis diende leeg gemaakt te worden voor verkoop, vonden wij een handgeschreven blad met de organisatie van haar begrafenis. Moeder kende daar wel wat van. En zo stond gestipuleerd: ‘de mis moet worden opgeluisterd door het koor van Beveren, onder leiding van onze Godfried.’

Op 16 oktober, geheel onverwacht en plots, moesten we van ons moeder afscheid nemen. En ‘het koor van Beveren’ tekende present in de mis. Vol overgave en medeleven, zongen de zangers hun warme klanken in de gewelven van ‘onze’ kerk, om samen met moeder ten hemel te varen. Net zoals bij mijn vader in 2001, begon de mis met het Requiem (dit keer van Gabriel Fauré) als verlangen naar eeuwige en vredige rust, en eindigden we met het verrijzenisgezang ‘par excellence’, het 'Alleluia' van Handel. Het was een -verrassende!- ‘vondst’ van mijn vader, voor zijn begrafenis, we deden het bij moeder op dezelfde wijze. Wij kunnen het koor niet dankbaar genoeg zijn voor het medeleven, en het muzikaal begeleiden van het afscheid aan onze ouders. Dank u, leden van Acantus.

Op vrijdag 28 oktober trok een delegatie van Acantus naar het Radisson Blu Astrid Hotel aan het Antwerpse Astridplein om er onze Engelse bezoekers uit Manchester te begroeten. Best een vrolijke bende, die Mancunians, en ze leken het in Europa dan toch naar hun zin te hebben. Ik kon kennis maken met Jill, de dirigente, en haar echtgenoot. Voorzitter John vertelde over zijn Belgische (of Nederlandse?) roots in een kruidig Nederlands. We trokken met een goed gevoel naar de ondergrondse tramhalte, huiswaarts.

’s Anderendaags zouden we samen met het Engelse koor optreden in de Sint-Martinuskerk. In de namiddag repeteerden zij, en kregen zij een buffet in zaal Olympia. Om 20 uur was een mooi publiekje verzameld voor het gezamenlijk concert. Het niveau van het koor konden we al enigszins opmaken uit hun curriculum en hun repertoire, en dat werd al zingend sterk bevestigd. Dit was een heel goed koor, geleid door een heel goede dirigente. Veel muzikanten onder de zangers, en dus de mogelijkheden om stukken te zingen met een hoge moeilijkheidsgraad. The Manchester Chorale bracht een overwegend ‘hedendaags’ programma, van bij ons minder bekende componisten als Peter Aston, Katherine Dienes-Williams, Jussi Chydenius, Matthew Harris, en ene Chris O’Hara. Die Chris bleek zelf zanger in het koor te zijn. Sympathieke bink. Ondertussen hebben wij ook al een werkje van hem ingestudeerd. Acantus zong Vlaams werk van Tinel, Meulemans, Van Duyse, en daarnaast muziek van Miškinis, Bárdos, het Spaanse ‘Riù, riù chiù’ en ‘Todos los bienes del mundo’. Aan het eind van het concert zongen beide koren samen ‘The Seal lullaby’ van blonde god Eric Whitacre, en ‘Sure on this shining night’ van Morten Lauridsen. Toch wel kippenvelmomenten, want het samen zingen verliep vlot en rimpelloos. Het was prachtig om deze twee stukken te kunnen uitvoeren met ongeveer honderd zangers. Er waren bloemen, wijn, geschenkjes, woordjes heen en weer. Gezellig, hartelijk, oprecht. Een mooie kooravond, door het publiek erg gewaardeerd.

Zondagmorgen werd de tram naar Antwerpen bevolkt met in het zwart gehulde koorzangers uit Beveren. Aangekomen in ’t stad, zagen we een groepje in het zwart gehulde Engelse koorzangers die in het rond keken naar wat gids Wim Van Hauteghem hen te vertellen had. Die Wim zie, van ons Hilde.

De Sint-Carolus Borromeuskerk is groot genoeg om twee koren simultaan te laten repeteren. Acantus en The Manchester Chorale zouden om 11 uur de ‘artiestenmis’ (wat een naam…) verzorgen. Beide koren stonden naast elkaar opgesteld op de gaanderij. Hera moest zich behelpen met het elektronische Johannus-orgeltje, wegens de restauratiewerken.

Acantus bracht een mooie uitvoering van de mis van De Boeck en ook The Manchester Chorale presteerde weer heel mooi. Samen zongen we ‘Tebe Poem’, toch ook wel een fijn moment, voor een quasi volledig gevulde Carolus. Het publiek, met vele bekende gezichten, wist onze opluistering sterk te waarderen, we kregen ook achteraf nog fijne reacties.

Van Carolus naar de Peerdestal is een culturele, artistieke en architecturale omslag, edoch slechts 5 minuutjes drentelen. Hier was het wat ‘tassen’ om iedereen een plaatsje te geven in het restaurant. Dicht bijeen dus, lekker ‘cosy’ en gezellig. Mario en Ann in een intieme tête-à-tête aan hun solotafeltje. Uitgelaten sfeertje, na het concert en de mis. Sfeer van verbroedering. En zo kwam er een hartig eind aan dit Engels-Antwerps-Bevers weekeinde. We zullen elkaar volgende zomer weerzien. Dat komt.

Onze koormeerdaagse was excellent uit de startblokken geschoten. Wel nog enkele dagen te gaan…

Maandag 31 oktober, terwijl hier en daar nog wel een chesterman of -vrouw ronddwaalde in Antwerpen, zong Acantus op….het kerkhof, ter gelegenheid van de zogenaamde ‘Nocturne’. Stemmig, waardig, sereen. Gewaardeerd. Mooi.

Eén ochtend verder hing ons zwart kostuum alweer op ons te wachten. Allerheiligen. Misviering in de kerk van Sint-Jan Evangelist. Een aantal sopranen had blijkbaar wat recuperatie nodig. Maar De Boeck was intussen goed ingezongen, de 'Cantique' zorgde voor stemming, we zongen een mooie hoogdag.

Woensdag: rustdag. Hij vond dat het goed was. En met hem nog velen.

Donderdag: ‘en avant la cavalerie.’ Genoeg gerust, repetitie geblazen. Kerstconcerten sluipen dichterbij.

‘Yehere’, ‘Riu riu’, ‘Ruka’, ‘Joc de leagane’, ‘Kolo’, ‘Durme’, ‘Tule Koje’. Geef toe: als ‘kerstconcert’ kan dat tellen. Maar er waren ook Herders met boxkens en schaepen, Herderkens die wild van blijdschap sprongen, een stalleke van Bethlehem met een boeuf en een âne en een zeer divin enfant, en warempel: ‘Stille Nacht’. Het zou een speciaal concert worden, maar veel koorzangers vertrouwden het zaakje nog niet… (“Ik zal blij zal als we terug echte koormuziek kunnen zingen”. Wèh wèh wèh en meer van dat gejank.)

Maar zie: de avond dat Michels Ishtar zonder Michel (want in het ziekenhuis) met ons kwam repeteren, vielen hier en daar al wat schellen van de oren. Oorkleppen openden zich naar bijzondere en bijtijds opzwepende klanken, naar het fluitenspel van fee Ilse, de innemende stemmetjes van de zangeressen, de warme klarinet van Frank en het ritme van Karels gitaar.

Het volgende weekeinde, 10 en 11 december, mochten we ons kerstconcert twee maal uitvoeren. Michel was erbij! Zijn hart hield stand. Ons hart was blij met een prachtig concert. Het samenspel tussen koor en Ishtar kwam in de commentaren steeds naar boven. Het was een fijne belevenis, een bijzonder en vooral origineel programma. Zondagavond mochten we het nog eens overdoen, opnieuw voor een bijna volle kerk. Sommige mensen kwamen nog eens een tweede keer luisteren… Op vrijdag 23 december brachten we het zelfde programma in Amuz, de vroegere Sint-Augustinuskerk te Antwerpen. Goede akoestische omstandigheden. Opnieuw een geslaagd concert, opnieuw een bijna volle zaal.

We houden aan deze concerten een mooie cd over. Hoe Johan Kennivé erin geslaagd is om uit de galm van de Haasdonkse kerk, de geluidsversterking van Ishtar, een licht versterkt koor, een mooie klankbalans te maken, is een echt huzarenstukje, en een staaltje van vakmanschap. Veel koorleden lieten mij weten dat ze de cd al grijs aan het draaien waren. Ik moet toegeven, ik heb er ook veel en graag naar geluisterd. Het was een fijn avontuur, onze programma met Ishtar.

Het koor had goed gevulde maanden achter de rug, met mooie muzikale prestaties. We sloten het jaar 2016 af met de middernachtmis. De mis van August De Boeck bekoorde opnieuw. Het koor zelf ook, zo hoorden we nadien. De mooie kerstnacht werd bezegeld met een glaasje jenever en een gezellige babbel achteraan de kerk.

Het koor mocht even op zijn verdiende lauweren gaan rusten, om straks het jubileumjaar 2017 in te gaan.

Dat gebeurde tijdens de nieuwjaarsreceptie in OC ’t Klooster te Vrasene. Er kwam veel volk opdagen. Nieuwe hapjes. Hulpjes ook die happig waren om wat bij te verdienen voor hun jeugdbeweging. Annemie hield haar laatste speech als voorzitter. Zij blikte terug op het voorbije koorjaar. Ikzelf scheerde in vogelvlucht over 70 jaar Sint-Martinuskoor/Acantus. De getallensymboliek, zoals we die kennen uit het werk van Bach, was leuk meegenomen. Ik trachtte vooral mijn dankbaarheid te uiten over wat ik in de helft van die 70 jaren in Beveren mocht meemaken, en mee máken. Met versjes wuifde ik bestuursleden Christine, Gerd en Annemie uit. Gerd was een gedreven secretaresse, misschien wel zo’n 25 jaar lang. Een pijler waarop Acantus is gebouwd. Annemie was gedurende vier jaar een uitmuntende voorzitster, daarvoor ook al een schitterend bestuurslid. Naar mijn idee neemt zij te vroeg afscheid uit deze functie.

We moesten, ook node, en te vroeg, afscheid nemen van bas Bert. Een zanger met een fantastische ‘staat van dienst’ in dit koor. Hij werd oververdiend gehuldigd, door Annemie en door zijn collegae bassen. Bas Piet en zijn bassengevolg brachten een prachtig lied, een ware ode aan ‘de bas uit De Klinge’. Bert bedankte met een emotioneel wederwoord. Ja, het was best een geladen avond, met de tragiek van afscheid, melancholie om dingen die voorbij gaan, warme genegenheid, verbondenheid en dankbaarheid.

Eind januari was er de jaarlijkse algemene ledenvergadering. De driejaarlijkse bestuursverkiezing had een bijzonder pigment, door de invulling van 3 vrij gekomen plaatsen, én de verkiezing van een nieuwe voorzitter. Wegens ziekte kon ik zelf de vergadering niet bijwonen. Met voorzitter Hugo, en een vernieuwd en verjongd bestuur gaan we de uitdaging aan voor de volgende jaren, te beginnen met het jubileumjaar 2017.

De samenstelling van het bestuur:

  • Voorzitter: Hugo Thierens:
  • Dirigent: Godfried Van de Vyvere
  • Ondervoorzitter: Ann Van Goethem:,
  • Penningmeester: Mario Fierens:
  • Techniek: Rik Daghelet, Dirk Praet
  • Bestuursleden: Manu Cardon, Hilde Marijnissen, Nathalie Pons
Godfried Van de Vyvere
Wat komt

Ons koorjaar zal gebouwd zijn rond vier grote thema’s: de ‘Missa Sancti Martini Turonensis’, de koorwedstrijd te Kontich, de reis naar Manchester, en het jubileumconcert met cantate 1, 2 en 3 van het Weihnachtsoratorium' van Johann Sebastian Bach.

Hopelijk raakt componist Damijan Močnik tijdig klaar met het omzetten van het Gloria naar het Latijn, zodat we de 3 misdelen ‘Gloria’, ‘Sanctus’ en ‘Agnus Dei’ kunnen uitvoeren tijdens de Paaswake op zaterdag 15 april. We zullen aan die Paaswake nog wat extra glans geven, wegens het jubileum en de creatie van de Latijnse versie van de mis ter ere van Sint-Maarten. Trompet en pauken in het 'Hallelujah' van Händel zijn al een voorafspiegeling van het beginkoor van het 'Weihnachtsoratorium'. En Richard Willems zal wel voor wat ‘bijzonder volk’ zorgen, uit een of ander buitenland.

Uiteraard luisteren wij ook de vieringen op van Witte Donderdag en Goede Vrijdag.

Eén week na Pasen reeds, volgt de koorwedstrijd te Kontich. Er zijn enkele stevige ‘concurrenten’ bij, zoals het meisjeskoor Amaranthe en Musica Nova uit Boom. Ook Terpander doet mee.

Ons wedstrijdrepertoire:

  • 'Gloria' (Vytautas Miškinis)
  • 'De profundis' (Vic Nees)
  • 'Allen die willen naar Island gaan' (bewerking van Jetse Bremer)
  • 'Jan de mulder' (verplicht eenstemmig volkslied)
  • 'Sure on this shining night' (Morten Lauridsen).

Supporters van harte welkom!

Intussen studeren we ook enkele nieuwe werken in voor de koorreis en om ons repertoire te verfrissen, o.a. ‘Love leadeth me’ van Chris O’Hara, en ‘I hear you not yet’ van Vic Nees, een van de ‘Seven Madrigals’ waaruit we vroeger ook ‘Easter’ zongen. ‘Belgian Endives’ is misschien geen muzikaal topstuk, maar wel leuk om in het buitenland te zingen. En anders dan het Italiaans publiek in Verona, zullen de Engelsen onze kookles verstaan. Dat hopen we tenminste… het zal vooral aan ons liggen.

Na de Pinksterviering moeten we stilaan klaar zijn voor de koorreis naar Manchester. We reizen, en zingen, met een goede, evenwichtige bezetting van 12 sopranen, 11 alten, 8 tenoren en 8 bassen. Hera begeleidt. We beschikken over een ruim en gevarieerd concertprogramma.

Op zaterdag 1 juli zingen wij een gemeenschappelijk concert samen met The Manchester Chorale, en op zondag 2 juli luisteren wij, wellicht ook gezamenlijk, een misviering op. En verder ontdekken wij prachtige dingen in en om Manchester. De werkgroep is er volop mee bezig. De vliegtuigtickets en de hotelkamers zijn gereserveerd, de toeristische activiteiten worden verder onderzocht. Alweer een koorreis om naar uit te kijken.

Dan volgen nog De Hemel, en het koorweekeinde te Drongen. En dan zal het alweer gauw… Kerstmis zijn. Het 'Weihnachtsoratorium' zal de kroon op het jubileumjaar worden, met uitvoeringen op zaterdag 16 december (20 uur) en zondag 17 december (15 of 16 uur).

Maar daarover later meer.

Godfried Van de Vyvere
Woordje van de voorzitter

Beste A- en B-Acanti, beste Godfried

In naam van het bestuur: een heel hartelijk welkom op onze jaarlijkse nieuwjaarsreceptie.

Ons koor mag terugblikken op een fantastisch, boeiend, super goed gevuld muzikaal jaar, en dit ondanks de vele negatieve nieuwsberichten in België, Europa en wereldwijd…

De eerste maanden van 2016 leken wat langzamer op gang te komen. Er werd tijd genomen om enkele nieuwe werken in te studeren én gekende werken vanonder het stof te halen.

Maar ondertussen zaten Godfried en het bestuur achter de schermen niet stil. Om een (kerst)concert te realiseren moeten er namelijk contacten gelegd en afspraken gemaakt worden.
Eind 2015 nam Godfried per mail contact op met Michel Vangheluwe, (jullie allen ondertussen gekend) met de vraag of hij en zijn groep Ishtar een samenwerking met ons koor zagen zitten. Een fantastisch idee zo bleek achteraf! Na een positief antwoord, nam ik half januari contact op met Dr. Vanderheyden of hij een mogelijkheid zag om met dit programma een benefietconcert te organiseren ten voordele van 'Iridium Kankernetwerk'…

Op een maandagmorgen begin februari werden bij mij thuis de eerste krijtlijnen uitgezet. Het enthousiasme van zowel Michel als Godfried werkte zeer aanstekelijk en stelde mij gerust dat ook dit project weer een fonkelend pareltje op ons palmares zou worden!

En wat hebben we genoten! 3 keer op rij… We kregen zeer veel prachtige en positieve reacties in de eerste plaats van onze gelukkige dirigent en van onze koorleden.

Michel mailde ons: “ik was in de wolken over het concert, de sfeer, het niveau, het enthousiasme, het onthaal en de musiceervreugde. Het was een fijne samenwerking!”

Enkele B-leden, trouwe fans, spraken over een unieke ervaring en een meesterlijk idee om dit concert in de steigers te zetten. “puur genieten, in de eerste plaats van de muziek, maar eigenlijk evenzeer van de vreugde, het enthousiasme en het geluk waarmee die werd gebracht door iedereen op het podium, de zangers, de musici en de fluitiste, Michel en Godfried”. En verder “De beste waardemeter ... de reactie van de toehoorders, zowel tijdens als na de voorstelling ...

Gelijkaardige reacties kregen we van dr. Vanderheyden na het concert in de muziektempel Amuz. Ik citeer: “We zijn nu enkele dagen na het concert in Amuz en ik krijg nog steeds van meerdere aanwezigen zeer lovende commentaren!! Zowel over de keuze van de ‘frisse, bij wijlen zeer ritmische muziek’ als over de ‘zeer professionele uitvoering’ ervan door én het koor én Ishtar”.

Ik sluit mij hier volkomen bij aan en wil Godfried, het bestuur en jullie allemaal nogmaals een dikke proficiat wensen voor deze prachtprestatie!

Maar niet enkel het kerstconcert werd grondig voorbereid. Ook ons tegenbezoek aan onze Catalaanse vrienden werd tot in de puntjes gepland. Dat ‘Vueling’ even roet in het eten strooide konden we niet voorzien… pure heirkracht…? De Catasons ontvingen ons met veel genegenheid, Spaanse of moet ik zeggen Catalaanse furie en vriendschap. Ze brachten ons naar mooie, minder voor de hand liggende locaties en zorgden er voor dat we in de basiliek van Montserrat de ‘Ofrena Coral’ mochten zingen. Ons bezoek in Barcelona aan het ‘Palau de la Música’ en de ‘Sagrada Família’ maakte bij iedereen een overweldigende indruk.

En dat de Catasons wat van feestjes kennen zullen we zeker niet licht vergeten evenmin als de doop van onze nieuwste koorleden Anneleen, Kristine, Yvette en Wim. Origineel, gedurfd en schitterend was dat! Het werd een intense, prachtig georganiseerde vierdaagse waar we met plezier en genoegen op terugblikken. Terecht kunnen we de Catasons ‘Amigos para siempre’ noemen.

Onze gespecialiseerde werkgroep ‘Hemelcomité’ zat in het voorjaar ook niet stil. Alle voorbereidingen werden getroffen om van de Hemel weerom een succes te maken. We dachten dat onze hemel van 2015 niet te overtreffen was. Het tegendeel was waar. De weergoden waren ons opnieuw goed gezind en ons hemelcafé draaide op volle toeren. Het zondagmiddagconcert was Catalaans/Spaans getint met wat Vlaamse muziek en een kleine trigger voor ons kerstconcert. Ons trouw, maar ook nieuw publiek was weer talrijk aanwezig en zong met volle overtuiging mee. Dikke merci aan alle trouwe hemelhelpers. Dank voor jullie inzet en voor de steeds weer puike organisatie! Fantastisch toch dat Acantus steeds op jullie kan rekenen!

Onze muzikale 6 daagse eind oktober, begin november zullen we ook niet gauw vergeten.

Het bezoek van The Manchester Chorale was een onverhoopt succes mede door de voorafgaande intensieve correspondentie tussen John en Gerd, en tussen onze beide dirigenten én de praktische uitwerking door de werkgroep Manchester. Bedankt aan iedereen die hier zijn schouders heeft onder gezet! Bravo voor de puike organisatie!

We houden zeker heel goede herinneringen over aan deze fijne koorgroep. De sfeer zat meteen goed en het samen zingen van 'The Seal Lullaby', 'Sure on this shining night', en 'Tebe' was een kippenvelmoment. Ik kijk alvast uit naar ons tegenbezoek. Misschien kunnen we tegen dan wel een werk van de bas zanger/componist Chris O’Harra uitvoeren?

Dat de tenoren voor hun feest voor een serieuze uitdaging stonden, wisten we. Zij trakteerden ons op een gezonde wandelzoektocht in de Bazelse polder met enkele ludieke opdrachten. De sfeer zat er goed in. Als sopraan mocht ik het winnende lot van de sopranen/ tenoren in ontvangst nemen. De graanjenever, het is maar 1 fles, staat op jullie te wachten om geproefd te worden!

Midden vorig jaar namen we afscheid van Josette.

Vandaag is het de beurt aan Bert om in de bloemetjes gezet te worden. Bert, je zong je laatste concert in Amuz. Een mooiere locatie om afscheid te nemen van het podium is moeilijk te vinden, maar toch… Het bestuur wist dat dit afscheid er vroeg of iets later zat aan te komen. Toen ik begin oktober je mailtje kreeg dat je na de kerstviering ons koor ging verlaten werd ik toch even stil. Acantus zonder Bert… de bassen zonder Bert… Ik ben het even gaan opzoeken, je bent reeds sinds 1968 lid van ons koor, juist bijna een halve eeuw!

Zingen was en is voor jou een rode draad in je leven, met alle activiteiten daaraan verbonden. Gingen we op reis of op uitstap, Bert en Paula gingen mee. Organiseerden we een concert, Bert en Paula droegen altijd hun steentje bij. Een overpeinzing: wie gaat nu de taak op zich nemen en teken geven om goed georganiseerd, synchroon en met fiere houding naar en van het podium te stappen? Werd er gefeest, Bert en Paula feestten mee.

Een artikeltje in het San Martinootje, nu Akantje, ver moeten we niet zoeken. Bert schreef en schrijft nog altijd prachtige verhaaltjes, fijn als miniatuurtjes. Hopelijk krijgen we nog wel één en ander te lezen. Zoals je weet Bert is het Akantje (Piet en Gerd) altijd op zoek naar kwaliteitsvolle artikels. We weten dat het koor een deel van je leven was en dat stoppen om het in je eigen woorden te zeggen, aanvoelt als een amputatie.

We zijn je zeer dankbaar voor je jarenlange inzet voor ons koor, je warme basstem, je stipte aanwezigheid (even onderbroken toen je te voet naar Compostella trok).

Bedankt voor je fijn gezelschap, voor je warme vriendschap, … We hopen je nog regelmatig terug te zien, op onze concerten als fan en luisteraar. (Het bestuur heeft voor een klein aandenken gezorgd. Je partijgenoten zorgen straks voor de rest.) Canvas overhandigen.

2017 belooft opnieuw een ‘grand cru’-jaar te worden. Acantus viert namelijk zijn 70e verjaardag. Een jubileumjaar met als orgelpunt in december ‘het Weinachtsoratorium’ van Bach. Ondertussen zijn er de traditionele kooractiviteiten, nemen we in het voorjaar deel aan het koortreffen in Kontich, en vliegen we ook nog naar Manchester (liefst niet met Vueling) naar onze Engelse vrienden.

En tot slot, als uittredend voorzitter/bestuurslid wil ik graag nog een oproep doen aan gemotiveerde A- en B-koorleden om zich kandidaat te stellen om voor ten minste 3 jaar mee te denken en te werken in het bestuur. Morgen is de laatste dag voor de kandidatuurstelling. Niet aarzelen. Stel je kandidaat. Het bezorgt je wel wat werk, maar het geeft ook veel voldoening.

Ik wens jullie allemaal een jaar vol geluk, gezondheid, vriendschap en liefde voor muziek!

Cheers, op 70 jaar Acantus, op 2017!

Annemie Annè
Jubileumjaar 2017

Beste Acanti, Goede vrienden,

Een nieuwjaarsreceptie is altijd een scharniermoment tussen het voorbije jaar, en het nieuwe, aankomende jaar.

Men kan daarbij de nadruk leggen op de terugblik,

of, op wat komen zal.

Op het voorbije jaar, vooral dan de tweede helft, keek ik spontaan al even terug in mijn ‘kerstmijmering’, voor de niet-zangers trouwens een allusie op een koorwerk met dezelfde titel, en dat vooral naar aanleiding van de voorbije reeks kerstconcerten en de vele optredens van het najaar. In aanwezigheid van zovelen, zangers en B-leden, wil ik jullie nog eens nadrukkelijk feliciteren en danken voor het voorbije jaar. De zangers voor hun muzikale prestaties, hun volgehouden en gedreven inzet, de B-leden voor hun hulp en bijstand bij activiteiten allerlei, en wie weet ook voor het ondersteunen van hun zingende partner. Heel in het bijzonder wil ik hier ook nog eens dankbaar vermelden jullie quasi voltallige aanwezigheid en jullie muzikale luister bij de uitvaart van mijn moeder.

De vooruitblik, is vandaag ietwat dubbelzinnig, want uitkijken naar een zeventigjarig jubileum houdt tegelijk een reflectie in op de voorbije 7 decennia.

7 decennia….vandaag is het ook… 7 januari 2017. Het getal 7 staat in de getallensymboliek voor totaliteit, volmaaktheid.

Als we kijken naar het jaartal waarin het koor werd opgericht, 1947, de samenstellende cijfers optellen: 1+9+4+7, komen we uit op 21 = 3 X 7. Het goddelijke getal 3, vermenigvuldigd met het getal der volmaaktheid. Dat moet ook Bach, die componist van goddelijke muziek en beheerser van de volmaakte polyfonie, geweten hebben: hij werd immers geboren op 21 maart, 21 = 3 X 7.

Als we de letters van de naam BACH associëren met een cijfer, en die optellen, komen we aan 2 + 1 + 3 + 8 = 14, ofwel 2 X 7. Het is dus duidelijk dat we in ons jubileumjaar bij Bach zouden uitkomen.

Onderbewust wist ik dat misschien al bij mijn aanstelling hier, 35 jaar geleden, = 5 X 7 in het jaar 1982.

En als we de samenstellende cijfers van 1982 optellen komen we aan 20, precies evenveel als bij het geboortejaar van Bach, 1685.

Of nog, tenslotte, tel op: BACH = 14, oprichtingsjaar Acantus 1947 = 21, samen 35: mijn eigenste dirigentenjubileum. (2 x 7) + (3 x 7) = 5 X 7.

Zeven decennia koorgeschiedenis, het zou ons te ver leiden om daarop in detail terug te blikken. Toch wil ik enkele aspecten, elementen of sleutelmomenten uit die geschiedenis aanhalen.

Allereerst de pioniers, de knapen uit 1947, de oorlog pas voorbij. Ere-voorzitter Jonas en zijn broer Jean er al meteen bij. De onwrikbare, stoere onderpastoor Huygens zwaaide de plak over zijn bende jongens. Die zongen veel gregoriaans, wat zijn vruchten afwierp in de latere mannenstemmen, maar stilaan ook wat polyfonie en barokwerkjes, en er werd zelfs een uitstap gemaakt naar profane muziek. Zo zongen zij mee in de Rubenscantate van Peter Benoit o.l.v. De Vocht.

Willy Snellings, de man met de strik en de Porsche, de man die orgel speelde en dirigeerde tegelijk, het ene met zijn voeten, het andere met zijn handen, of zoiets, heeft men mij verteld. Directeur van de muziekschool, stichter van de klas solozang. Zijn, vrouwelijke, solisten werden persoonlijk met de Porsche thuis opgehaald en naar de repetitie gebracht, die dan rond 20.20 u. kon beginnen.

Maar los van deze anekdotiek heeft hij een grote betekenis gehad voor het koor. Vanuit een sterk romantisch getint repertoire (met o.a. Brahms, Van Nuffel), ging hij volop mee met de toenmalige vernieuwing van de koormuziek, die vooral uit Duitsland kwam overgewaaid, met componisten als Distler, Bodenschatz, Doppelbauer, en verder met de hedendaagse componisten van eigen bodem zoals Vic Nees of de Nederlander Andriessen.

Een aantal prestigieuze kerkconcerten (dat woord leerde ik in Beveren kennen), twee langspeelplaten en de deelname aan de Europese Beker voor gemengde koren te Knokke sieren het palmares van Willy Snellings en het toenmalige Sint-Martinskoor, ook al met Bert, Chris, Juanita, Marita, Hugo Daems, op het eind ook met Nicole en Gerd.

De gedrevenheid, de kunde en vooral de ambitie van de dirigent en enkele “elite-zangers”, deden hem, en bijna het koor, echter de das om. Het koor stond voor een verschroeiende keuze. Doorgaan op dit elan, of een nieuwe koers.

Voorjaar '82 rinkelde, zoals dat wellicht wel meer gebeurde, de telefoon bij Paul Schollaert, ten huize Lemmensinstituut. Schollaert ontbood mij op audiëntie met de mededeling dat ‘een koor uit mijn streek gebeld had, op zoek naar een nieuwe dirigent. En zo te horen aan het repertoire bleek dat koor wel wat te zijn. Als ik jou was, zou ik maar eens gaan praten’.

Een avond in maart, ten huize van Maria Van de Perre, Van Eepoelstraat 23, in aanwezigheid van Jef Londoz, Joseph Bormans, Jonas Staut, Raf De Smedt, het toenmalige bestuur. Ik werd gepolst en vooral gemonsterd. Ik mocht een proef komen doen: het koor voorbereiden op een tweetal stukken voor de 11-juliviering in juni, wat de toenmalige dirigent niet wenste te doen, en de meeste koorleden wel. En zo repeteerde ik op woensdag met het koor voor de 11-juliviering, aan het renaissancestukje ‘Lecker beetgen en cleyn bier’, en het Vlaams-romantische koorlied ’Vlaand’ren alleen is het land dat ik min’. Op donderdag werkte men met Snellings aan een werk van Andriessen. Het kleine optreden werd gesmaakt, en toen zou over mijn lot beslist worden tijdens een stemming in het Gildenhuis. In het café naast het repetitielokaal mocht ik het resultaat van de stemming afwachten, ik weet nog precies aan welk tafeltje…

Beste vrienden, over de volgende 35 jaar koorgeschiedenis weet ik natuurlijk nog véél meer, en je begrijpt dat het ons véél te ver zou leiden om daar in detail op terug te blikken. Dat lijkt mij eerder een idee voor ‘De nacht van Acantus’…, zaal Scala… projectie op groot scherm…

De jaren van Acantus van 1982 tot vandaag, wil ik in de schijnwerpers zetten vanuit mijn perspectief, en dan bedoel ik daarmee, vanuit mijn dankbaarheid voor wat ik heb mogen beleven in en met dit koor, voor de kansen die dit koor mij heeft geboden.

Bij Acantus mag ik mij gelukkig prijzen met een goed georganiseerde werking. Een bestuur met een taakverdeling, verder vertakt in aparte werkgroepen waaraan iedereen kan deelnemen, en uitgebreid met een fantastische B-ploeg en een apart hemelcomité. Onze werkingsstructuur heeft al meermaals tot voorbeeld gediend bij bv. Koor&Stem. Deze werking is het fundament waarop ons koor als muzikale vereniging zich kan ontwikkelen en ontplooien. Tegelijk is het ook het fundament van onze sociale verankering in gemeente, cultuurraad, provincie, Koor&Stem, sponsoren, en veel dichterbij ook een anker naar ons publiek. Deze werking heeft in 70 jaar tijd een geweldige evolutie gekend, en de opeenvolgende voorzitters en bestuursleden zijn daarvoor terecht geprezen.

Maar Acantus is geen koor, als het niet zou zingen.

Zoals reeds eerder gezegd, had het Sint-Martinuskoor een stevige reputatie, stond het op een hoog niveau, en was het voor mijzelf een grote uitdaging om als net-nog-niet-afgestuurde van het Lemmensinstituut dit peil opnieuw te bereiken. Toen we in mijn beginjaren eens een gregoriaanse mis zongen kreeg ik het al aan de stok met de toenmalige onderpastoors. Gregoriaans? In deze tijd? Zo werd ik af en toe wel eens op mijn nummer gezet. Of nog zo’n uitspraak van toen: “Waarom moet het volk zingen in de mis, als er een koor is?” Sindsdien is men hier liturgisch toch wel wat geëvolueerd.

Maar dit zijn, in het ruime perspectief, maar kleinigheden. Veel belangrijker is wat wij hier gedurende zo vele decennia muzikaal hebben mogen beleven en presteren.

Ik kreeg bij Acantus de gelegenheid om alle genres van muziek aan te boren.

We gaven verschillende aperitiefconcerten met profane muziek, het eerste was in 1987 bij ons veertigjarig bestaan, in het kasteel Cortewalle. Het was Jef Londoz die alsmaar hamerde op ons lustrum, “we moeten ons lustrum vieren”. We zongen nogmaals op Cortewalle, ook in zaal Olympia, en in de sportzaal van Sint-Maarten.

Verschillende jaargangen nodigden we gastkoren uit de omgeving uit, soms voor missen (bij sommige jubilea zelfs voor een hele jaarcyclus, 1 gastkoor per maand), maar vooral voor onze korenontmoeting ‘K(h)oorklanken’, aanvankelijk uit het Waasland, later viel die beperking van Waasland weg. We deden het twee keer in Ter Vesten, eens in de kerk, en in de sporthal van Sint-Maarten. We werkten mee aan de opname van de cd ‘Een nieuwe lente, een nieuw geluid’.

Een redelijk revolutionaire nieuwigheid op het gebied van het profane repertoire was ons jazz-programma, 2 jaar geleden.

Een aparte plaats nemen de koorwedstrijden in. In 1980 was er de Knokke-beker onder Snellings. Schoorvoetend traden wij toe tot de provinciale tornooien, met telkens de uitslag ‘Uitmuntendheid’. Dankzij ons wedstrijdoptreden voor de provincie, mocht ik zelf ook zo’n tiental jaren in de jury zetelen. We hebben ook heel goede herinneringen aan de wedstrijden in Tongerlo (2X), Valmeer, Raeren (ook 2X).

Ik ben ook zeer dankbaar dat wij met ons koor heb kunnen deelnemen aan de wedstrijd ‘Koor van het jaar’. Eén maal finaleplaats, één maal halve finale. We mochten optreden voor de televisiecamera’s in het Lemmensinstituut en in Flagey. Het was telkens een spannend avontuur, een geweldige ervaring. De facetten van visuele vormgeving en zelfs choreografie stelden het koor weer voor een nieuwe uitdaging, en deed ons onze grenzen verleggen. Geen enkel Waas gemengd koor deed het ons voor of na…

Acantus gaf mij de gelegenheid om religieuze muziek te brengen uit alle stijlperioden en diverse genres. Hoe fier mogen we niet zijn op volgend lijstje:

  • Cantates van Buxtehude en Telemann;
  • Cantates van Bachs tijdgenoten;
  • Het Magnificat van Zelenka en kerstgedeelten uit de Messiah;
  • De Kroningsmis en het Te Deum van Mozart;
  • De Vespers van Mozart en het Te Deum van Michel Haydn in een concert samen met Gynaika
  • Het Requiem van Mozart;
  • De Coronation Anthems van Handel;
  • A Ceremony of Carols van Benjamin Britten;
  • Het Requiem van Duruflé;
  • Cantate nr 21 en Missa Brevis van Bach;
  • Delen uit de Zeven Laatste Woorden van Joseph Haydn;
  • Het Stabat Mater van Rheinberger;
  • Het Requiem van Gabriel Fauré;

Vergeten we ook niet onze professioneel opgenomen kerst-cd ‘Ecce mundi gaudia’ en dit jaar voegen we daaraan toe: Bachs Weihnachtsoratorium, delen 1, 2 en 3

Zo’n palmares mag in je CV staan…

Maar naast dit zogenaamde groot repertoire, heb ik ook een uitgebreid repertoire aan koorwerken mogen aanleren en uitvoeren, bij zoveel gelegenheden en plaatsen, waarbij we ook niet mogen vergeten onze plaats in, en onze bijdrage tot de liturgie van de hoogdagen in de Sint-Martinuskerk.

Wat ben ik dankbaar dat ik met dit koor al zoveel heb kunnen reizen, buitenlandse zangers en dirigenten heb leren kennen, heb mogen optreden op fantastische plekken.

Parijs was het eerste, meteen ‘pats’ in de Notre Dame. Dan kwamen de Polen, en gingen wij naar Polen. Deze zomer waren wij nog maar eens in Polen. Bij Kristof en Marcin en Mirek en Bozena en Dorota, ja ook aan het graf van Marlena, allen zangers van het eerste uur, in 1989. Ik mocht met Acantus de mis opluisteren in de Thomaskirche in Leipzig, waar Bach zijn Matheuspassie dirigeerde.

Ik laat de revue passeren van de weekendreizen: ik mocht dirigeren in de kathedralen van Reims, Straatsburg, Rijsel, Amiens, de Parijse Madeleinekerk, het Luxemburgse Dudelange, het Duitse Koblenz, Ulm, het Engelse Tudeley waar we zongen tussen de glasramen van Chagall.

Maar ook de langere reizen met de uitwisselingen staan in het gulden boek (toegepast op dit jaar: het platina boek) van Acantus:

  • het reeds vermelde Polen (optreden in Warschau en de kathedraal van Lublin, met interview voor de Poolse radio)
  • Hongarije, met concert in Budapest en mis in de Stefanusbasiliek
  • Denemarken, met o.a. concert in de kapel van het kasteel Frederiksborg
  • Slovenië, met de blijvende vriendschap met dirigent Michele, en Bostjan die geregeld in Waasmunster wordt gespot,
  • Italië, met de mis in de Sint-Pietersbasiliek in Rome, het heuglijke concert in Assisi met de receptie in de maneschijn,
  • Portugal, met concert in het Jeronimos klooster,
  • Nog eens Italië met het festival in en rond Verona,
  • Catalonië
en nu kijken we uit naar ons bezoek aan Manchester, met dit fijne koor en dito dirigente.

Ja, ook met dit lijstje ben ik een gelukkige dirigent, en ben ik Acantus dankbaar dat ik hier overal heb mogen dirigeren en mensen mocht leren kennen.

Ik kan niet nalaten ook even onze tuinfeesten te vermelden, met zelf opgetrokken tent, met barbecue en zigeunertrio. Legendarisch.

Zoveel meer is er nog geweest, in 2 keer 5 X 7 jaar.

Het cement van dit alles, is echter de wekelijkse repetitie. Daar worden de bouwstenen gelegd, muzikaal maar ook sociaal. Daar wordt de muziek gekneed, daar wordt de groep en de vriendschap gekneed. 70 jaar, met gemiddeld ongeveer 50 repetities per jaar, dat maakt….

70 jaar lang reeds is ons koor een cultureel baken in de gemeente, en dat is het nog steeds, en het lijkt me zelfs meer en meer. Dat bewijst de belangstelling van ons publiek bij onze optredens, dat bewijst de belangstelling voor het opluisteren van de nocturne, de kerstsamenzang, de missen voor Axis, het aanbrengen van de Europese Sint-Martinusmis. En daar kunnen we alleen maar dankbaar voor zijn.

Dank u wel, Acantus, bestuurders en zangers, partners, publiek en sponsors, dat ik van die 70 mooie jaren zo’n groot deel heb mogen en kunnen méemaken en mee máken.

Vanavond zijn we in platina feeststemming. Doch bij menig lach, hoort soms een traan. Een traan laten we vandaag bij het afscheid van bas Bert. Een man met verhalen over de tijd van ‘De Snellings’, verhalen over het oude Beveren, verhalen over de natuur, verhalen over zijn tocht naar Compostella.

En vertellen en voorlezen kon hij, ook als vrijwilliger in het rusthuis van Sint-Gillis.

Een beschreven en belezen blad, die ons A-kantje met menig geschreven blad verblijdde, maar Bovenste Bert was bovenal ook

Bovenste Bas,

zo’n man die er altijd was,

waar je je baspartij op kon bouwen

waar je altijd op kon betrouwen.

Het afscheid van Bert doen ons pijn

het mocht echt nu nog niet zijn.

Dank je Bert, voor alles wat je voor ons koor deed, voor wat je voor het Sint-Martinuskoor en Acantus hebt gepresteerd en betekend.

We gaan je vast nog wel zien,

helaas, de bassen zijn nu niet meer met tien,

hopelijk zijn we niet gezien…

Ook van Véronique, die hier vandaag niet kon zijn, nemen we afscheid. Hopelijk is dat maar tijdelijk.

 

In het bestuur wuiven we Christine, Gerd en Annemie uit. Drie vrouwen, drie sterke krachten, en dat

op de drempel van een jubileumjaar.

We zitten…met de handen in het haar.

 

Christine is een gonzende bij,

steeds vrolijk en blij,

noemt een kat een kat,

en vat de koe bij de hoorns.

Samen met Freddy in de Prinsenstraat

zijn zij tot veel in staat.

 

Mijn kinderen noemden haar straat de Gerdstraat,

dat wijst zeker op een verdienstelijke staat.

Dienstig, dienstbaar, verdienstelijk, onverwoestbaar,

soms door woeste baren speelde zij het altijd klaar.v

Dag en nacht,

met meer of minder macht,

Zij klinkt nog steeds als toen:

“ik zal dat wel doen.”

Werkpaard van eerste orde,

die ons geregeld aanporde.

Met Gerd namen we elke horde.

 

Annemie, mijn liefste bie,

dit is nu erg jammer zie.

Marc mag het gerust horen,

ik zal er nog wat over doorboren.

Wij konden goed met elkaar overweg,

dáárom ga je nu toch niet weg?

Jij was gezond rationeel,

ook lief, maar niet te freel.

Je hebt zo’n vrolijke lach,

en toch wekte je veel ontzag.

 

Dank u wel dames,

maar je moet ons eerst nog enkele weken leiden,

en vervolgens het nieuwe bestuur wat inrijden.

 

Tot slot, beste vrienden, heb ik nog wat fitnesstips voor een kranige zeventiger, om het leven met liefst nog vele jaren te verlengen:

zorg voor gezonde voeding (bv op koorweekend, koorfeesten)

af en toe een feestje met een matige uitspatting, dat mag van Pascale

zorg vooral voor geestelijk voedsel (muziek, cultuur)

breng afwisseling in je levenspatroon (= in het repertoire…)

anderzijds ook regelmaat: routine van de wekelijkse repetitie

geniet, met mate, maar nog belangrijker: met maten (= essentie van koor = samen)

laat je goed omringen (bestuur, dirigent, Koor&stem)

verwaarloos je oefeningen niet (stem, lichaam, gezond lichaam voor een gezonde stem)

stel het gezelschap van jongeren op prijs (jonge koorleden houden een 70-jarige op de been)

af en toe een fikse uitdaging om je wakker en fit te houden (talen als Bosnisch, Catalaans, Castiliaans, Zweeds, Oud-Nederlands; muzikale uitdagingen zoals bv. Weihnachtsoratorium)

Een reisje af en toe verruimt je horizon, en houdt je talenkennis en je culturele interesse op peil

Een financiële meevaller geeft je meer en nieuwe mogelijkheden (sponsoring)

een rimpeltje hier of daar is niet zo erg: het geeft aan dat je ‘leeft’

Leve onze Platina jubilaris,

Leve Acantus.

7 januari 2017

Godfried Van de Vyvere
De bassen nemen afscheid

Afscheid van Bert

Op de melodie van ‘Laat ons een bloem’, Louis Neefs

Allen:

 

Dit is ons lied voor de bas uit De Klinge,

Hij gaat ons verlaten en dat doet ons pijn

Wij gaan met plezier den Bert Mendonck bezingen

Zal ons koor Acantus hetzelfde nog zijn?

 

Bassen:

 

Nee, Bert, al jaren de ster van de bassen

Hij kende zijn noten, hij was er altijd.

Hij volgde de Godfried, hij moest nooit gaan plassen,

Hij was onze ‘leader’, ja, dat is een feit.

 

Allen:

 

Dit is ons lied voor de bas uit De Klinge,

Hij gaat ons verlaten en dat doet ons pijn

Wij gaan met plezier den Bert Mendonck bezingen

Zal ons koor Acantus hetzelfde nog zijn?

 

Bassen:

 

Nee, want, och Here, wie zal ons nu leiden

Als wij op het podium ons ding gaan doen?

Wie geeft ons het startsein om waardig te schrijden

Wie poetst er met verve ’t Acantusblazoen?

 

Allen:

 

Dit is ons lied voor de bas uit De Klinge,

Hij gaat ons verlaten en dat doet ons pijn

Wij gaan met plezier den Bert Mendonck bezingen

Zal ons koor Acantus hetzelfde nog zijn?

 

Bassen:

 

Nee, er ontstaat een groot gat in ’t Akantje:

Den Bert schreef er immers zo menig verhaal

Over ’t geheim van een bloem en een plantje

En over zijn tocht naar Jacobs kathedraal.

 

Allen:

 

Dit is ons lied voor de bas uit De Klinge,

Hij gaat ons verlaten en dat doet ons pijn

Wij gaan met plezier den Bert Mendonck bezingen

Zal ons koor Acantus hetzelfde nog zijn?

 

Bassen:

 

Nee, want wie zal er nu moppen gaan tappen

Tijdens de pauze of tijdens de reis?

Zal nu de sfeer in ons koor niet verslappen?

Ach, Bert wij betalen een enorme prijs.

 

Allen:

 

Dit is ons lied voor de bas uit De Klinge,

Hij gaat ons verlaten en dat doet ons pijn

Wij gaan met plezier den Bert Mendonck bezingen

Zal ons koor Acantus hetzelfde nog zijn?

 

Bassen:

 

Nee, want bij Bert hoort ook ons aller Paula

Dat wordt dus een trauma voor ’t team van koor B

Zij wringen de handen en roepen uit : “Haula,

Haar glimlach te missen dat valt heus niet mee!”

 

Allen:

 

Wij hebben de bas uit De Klinge bezongen

Een ode, een loflied voor een monument

Wij hebben al zingend emoties bedwongen:

Ach, Bert, wat ben jij een fantastische vent!

 

Elke keer als onze stembanden trillen

Trilt de gedachte aan jou met ons mee

Dit is precies wat wij o, zo graag willen

Jouw impact die gaat nog een eeuwigheid mee, een eeuwigheid mee, een eeuwigheid mee …

Helga De Dobbeleer
Marja neemt afscheid

Beste Bert,

Bij alle lofredes, bedankingen, geschenken en blijken van zéér grote waardering voor jou als rotsvaste bas en zéker ook voor jou als persoon op de nieuwjaarsreceptie van 7 januari ll., hebben velen van ons toch wel even iets moeten wegslikken. Dat was vooral te merken aan de bevlogenheid waarmee het geliefde 'Guralu' gezongen werd, alsook de onovertroffen bassenhulde. Krachtig, uit volle borst en met hartstochtelijke passie. Passie is emotie, emotie is muziek, en muziek is jóuw passie, en daarmee is de cirkel rond.

Zo is het schrijven in dit boekje ook een passie van jou. Kleine mijmeringen, grote gedachten, over de meest uiteenlopende onderwerpen. Je schrijft vanuit je hart, vanuit jouw waarneming, jouw bewogenheid, jouw eigenheid. Je bent een rasechte verteller. Ik hoop – en velen met mij- dat je dit nog lang zult blijven doen en dat je ons blijft verblijden met je fijnzinnige waarnemingen en filosofische gedachten. Als “schrijfmaatje” wil ik je hierbij ook een klein verhaal aanbieden, hoewel ik voor deze bijzondere gelegenheid een andere pen wil aanvoeren. Het schoot me te binnen toen ik je uiterlijk zo rustig op je stoel zag zitten, terwijl je alle drukte om je heen gadesloeg, maar je je éigenlijk mentaal zat voor te bereiden op wat komen ging. Het is van de hand van nog zo’n verteller, Toon Tellegen, uit het fijne kleinood “Maar niet uit het hart”, een bundeltje met piepkleine dierenverhalen uit het bos.

Op een ochtend klopte de mier al vroeg op de deur van de eekhoorn.

‘Gezellig,’ zei de eekhoorn.

‘Maar daar kom ik niet voor,’ zei de mier.

‘Maar je hebt toch wel zin in wat stroop?’

‘Nou ja….een klein beetje dan.’

Met zijn mond vol stroop vertelde de mier waarvoor hij gekomen was.

‘We moeten elkaar een tijdje niet zien’, zei hij.

‘Waarom niet?’ vroeg de eekhoorn verbaasd.

Hij vond het juist heel gezellig als de mier zomaar langskwam.

Hij had zijn mond vol pap en keek de mier met grote ogen aan.

‘Om erachter te komen of we elkaar zullen missen,’ zei de mier.

‘Missen?’

‘Missen. Je weet toch wel wat dat is?’

‘Nee,’ zei de eekhoorn.

‘Missen is iets wat je voelt als iets er niet is.’

‘Wat voel je dan?’

‘Ja, daar gaat het nou om’

‘Dan zullen we elkaar dus missen,’ zei de eekhoorn verdrietig.

‘Nee,’ zei de mier, ‘want we kunnen elkaar ook vergeten’.

‘Vergeten! Jou?!!’ riep de eekhoorn.

‘Nou,’ zei de mier. ‘Schreeuw maar niet zo hard.’

De eekhoorn legde zijn hoofd in zijn handen.

‘Ik zal jou nooit vergeten,’ zei hij zacht.

‘Nou ja’, zei de mier. ‘Dat moeten we nog maar afwachten. Dag!’

Heel plotseling stapte hij de deur uit en liet zich langs de stam van de beuk naar beneden zakken.

De eekhoorn begon hem onmiddellijk te missen.

‘Mier!’ riep hij, ‘Ik mis je!’ Zijn stem kaatste heen en weer tussen de bomen.

‘Dat kan nog niet!’ zei de mier. ‘Ik ben nog niet eens weg.’

‘Maar toch is het zo!’ riep de eekhoorn.

‘Wacht nou toch even,’ klonk de stem van de mier uit de verte.

De eekhoorn zuchtte en besloot te wachten. Maar hij miste de mier steeds heviger.

Soms dacht hij even aan beukennotenmoes, of aan de verjaardag van de tor, die avond, maar dan miste hij de mier weer.

‘s Middags hield hij het niet langer uit en hij ging naar buiten. Maar hij had nog geen drie stappen gezet of hij kwam de

mier tegen, moe, bezweet, maar tevreden.

‘Het klopt,’ zei de mier. ‘Ik mis jou ook. En ik ben je niet vergeten.’

‘Zie je wel,’ zei de eekhoorn.

‘Ja,’ zei de mier. En met hun armen om elkaars schouders liepen zij naar de rivier om naar het glinsteren van de golven te gaan kijken.

Bert,

Ik wens je van harte nog véél gelegenheden toe om met elkaar naar het glinsteren van de rivier te gaan kijken, naar de dauwdruppels aan de bloemen in het voorjaar, naar je bloeiende Acanthus mollis, naar de prachtige herfstkleuren van de amberboom in je tuin, en naar de omgeploegde akkers in de winter. Gelegenheden en tijd om te genieten, kortom.

Eén ding staat vast: je vrienden van Acantus zullen je zeker missen, maar ook aan je blijven denken en manieren zoeken om elkaar te blijven ontmoeten. Dat dat andersom ook zo is, daar twijfelt niemand aan. Want je kan Bert wel uit Acantus halen, maar Acantus niet uit Bert.

En mocht het gemis je plots toch teveel worden op een donderdagavond, dan kan je thuis nog altijd twee stoelen op elkaar zetten voor dat vertrouwde repetitiegevoel. Een tip met een knipoog ;-)

Marja van Kooten

Zandberg, 8 januari 2017.

Marja Van Kooten
Bert neemt afscheid

 

 

Dag bassen, bestuur, koor en dirigent van Acantus.

Ik ben eigenlijk nog niet helemaal bekomen van het hartelijk afscheid dat bestuur en bassen mezelf en Paula hebben bezorgd op de nieuwjaarsreceptie van Acantus.

Kleine dingen deden mij vermoeden dat ik wel eens vernoemd zou kunnen worden in een of andere speech, met in het beste geval een applaus, weliswaar diep gemeend, van de hele ploeg.

Maar de afwezigen hadden weeral eens ongelijk. Het werd een ongelooflijk uurtje basuitwuiven. Zeker voor mij en Paula, maar ook voor alle aanwezigen. Het was balsem op mijn hart toen de lovende woorden van de voorzitster en Godfried mijn verwondering doorprikten, en ik moeite moest doen om mijn ogen niet te laten overlopen. Jullie moeten weten dat ik nog altijd maagd ben en dus hypergevoelig. (in het San Martinootje 1e jaargang nr 3 heb ik toen eens een artikeltje geschreven over "het Koor en het Zonneteken").

En de hulde bleef duren. Een mooie fotocollage was mijn deel plus een prachtige foto van mezelf, geconcentreerd in actie.En toen de bassen plots ongedwongen een plaatsje gingen opzoeken op een vermeend podium, en met papieren zwaaiden die ik niet mocht zien, wist ik dat er een lied aan kwam. Spontaan kwam de melodie van 'Tule Koju' in mij op. Dat is een liefdeslied en dus zeer toepasselijk. En bovendien een lied uit ons laatste kerstconcert. Maar voor mij werd ons extatisch concert toch overtroffen door het lied dat de collega-bassen ten berde brachten op de melodie van Louis Neefs' 'Laat ons een bloem',op tekst van Helga, de onvolprezen soul-mate van Piet. Nooit heb ik de bassen zo enthousiast horen samen zingen, nooit was het koor samen met de partners zo toonjuist dat ik, weliswaar stiekem, met mijn ogen rondkeek op zoek naar verborgen opname-apparatuur. Niet dus. Maar het was toch weergaloos.

Vergeef mij mijn krakkemiekige speech naderhand. Ik wilde zoveel zeggen en heb zo weinig vernoemd uit mijn lange loopbaan als bas. De vele concerten met lange voorbereidingen heb ik altijd graag gedaan. De vele koorreizen naar plaatsen waar ik anders nooit zou gekomen zijn blijven onvergetelijk. De vele repetities die voor mij een routine waren geworden en waar ik veel cultureel erfgoed binnengelepeld heb gekregen. En alles te samen, deel uit te maken van een warme groep mensen, als het ware een enorm dekbed, waar ik kon onderduiken in uw stralend gezelschap, was een voorrecht.

Een stap opzij zetten is geen stap achteruit. ik ben en blijf lid van Acantus, en als het niet zou kunnen zou niemand mij kunnen beletten om te zeggen; mijn Acantus.

Nogmaals een gemeend bedankt voor alles.

Ik groet u van uit De Klinge

Bert

Bert Mendonck
Acantus: een CLIL koor?

Wat een koorlid zich zoal bedenkt tijdens een Zweeds kerstlied...

Bij ons op school is er nog niet zo heel lang een interessante nieuwigheid: CLIL, afkorting voor Content & Language Integrated Learning. Dat betekent dat leerlingen een vak volgen in een vreemde taal. Ze kunnen dus chemie en godsdienst in het Engels volgen of aardrijkskunde in het Frans. Lesinhoud én taalkennis worden tegelijk aangebracht. Nieuw in onderwijslandschap. Verfrissend. Hip. Vernieuwend.

Bij het doorworstelen van een Zweeds kerstlied op het koorweekend bedacht ik… wij zijn gewoon een CLIL-koor. Hip! Dit is wat we bij Acantus al jaren doen: muziekinhoud combineren met vreemde talen-kennis. Eerst en vooral zijn er de tientallen talen waarin we liederen zingen: van Latijn over Catalaans naar Roemeens, van Macedonisch tot Zweeds, van Spaans tot Fins... Hebben we alle doorsnee talen gehad (nu ja, hoe “doorsnee” is uw Bosnisch?), dan zwieren we er nog een zelfverzonnen taal bij. En ook al leidt dat tot heel wat fonetisch gekribbel op de partituur, ik ben eigenlijk wel blij dat onze dirigent bij de uitspraak de puntjes op de i (of de bolletjes op de a) zet: een sj is geen s en al zeker geen tsj. Ik hoor de kunstgebitten al kreunen bij de gedachte aan een Poolse tekst…

Maar soit, niet alleen bij de te zingen teksten leren we vreemde talen. Onze dirigent probeert ons ook op een verdoken manier talen bij te brengen in zijn instructies. Uiteraard is onze piano wel eens wat te forte, moeten we soms zingen met een “angelus”-stem, wil hij dat de tenoren “da sein” of de bassen wat meer “en garde” zingen. Hij vergeet daarbij ook niet onze eigen rijke taalgeschiedenis een plaats te geven, als bijvoorbeeld de “peis” wat “schoorvoetend” of “amechtig” klinkt (ik geef het toe, ik heb dat laatste moeten googelen). Een ideetje om op de volgende wervende folder te zetten… Hou je van koormuziek én vreemde talen, dan is Acantus iets voor jou!

Ach, misschien me volgende keer gewoon een beetje concentreren tijdens 'Kersti lill god natt'...

Katrijn De Bock
Interview met Michel (Ishtar)

Wat was als kind jouw toekomstdroom?

Als kind had ik geen specifieke dromen over mijn later beroep. Ik stond daar eigenlijk nog niet echt bij stil. Ik had geen uitgesproken roeping om brandweerman of politieagent of uitvinder te worden. Niets wees erop dat mijn toekomst in de muziek zou liggen.

Wanneer en waarom heb je voor muziek gekozen?

Het is allemaal wat toevallig gegaan. Ik was als kind met muziek begonnen op aanraden van mijn ouders, samen met vriendjes uit de lagere school volgde ik notenleer. Op relatief jonge leeftijd (8 jaar) begon ik piano te spelen. Maar niet met de bedoeling daar mijn beroep van te maken. De roeping is pas veel later gekomen. Toen ik een jaar of 15 was, was ik in een jeugdbeweging en toen leerde ik mensen kennen die gitaar speelden, en dat vond ik magisch! De klanken van de gitaar in combinatie met de stem, zo mooi! Ik kon daar enorm van genieten.

Toen ik 18 werd, heb ik een zwaar accident gehad, waardoor mijn knie vastgezet moest worden. Een mogelijke studiekeuze om leraar lichamelijke opvoeding te worden werd zo geboycot. Ik wist helemaal niet te kiezen wat ik verder zou studeren. Redelijk toevallig ben ik terechtgekomen in het Lemmensinstituut, ik had een toelatingsproef afgelegd en was geslaagd. Dan pas is mijn echte muziekstudie begonnen. Ik was zelfs al 19 jaar oud toen ik voor het eerst een contrabas zag! Later werd de contrabas dan mijn hoofdinstrument.

Kom je uit een muzikale familie?

Eigenlijk niet. Mijn ouders hielden wel van muziek, maar waren geen uitvoerende muzikanten. Mijn moeder zong in een zangkoor, mijn vader had, als autodidact, banjo leren spelen en mondharmonica. Wij hebben als kind altijd wel veel gezongen, in de auto … Vooral mijn moeder stimuleerde dat, ze kende veel liedjes! In die zin hadden we wel wat muzikale bagage. Mijn grootvader daarentegen was dirigent van de stadsharmonie van Roeselare, hijzelf speelde trombone.

Wie heeft jouw interesse voor muziek aangemoedigd?

In de jeugdbeweging werd ik echt geprikkeld door de muziek. Op een bepaald moment was ik echt geïntrigeerd om te zien hoe mensen met muziek zo veel emotie konden opwekken.

Toen ikzelf gitaar begon te spelen, had ik het enorme geluk Karel Vercruysse te leren kennen. Hij was mijn gitaarleraar. Hij is een geweldige muzikant! Hij speelt vandaag trouwens nog gitaar in Ishtar. Ik vind het een grote eer met hem te mogen spelen, zijn gitaarspel is ongeëvenaard. Hij heeft ook een enorm sterk muzikaal geheugen. Zijn bijnaam is the walking jukebox, omdat hij alle liedjes van The Beatles, van Simon & Garfunkel en talloze evergreens zomaar uit zijn mouw kon schudden.

Mijn tweede groot voorbeeld is mijn contrabasleraar, Etienne Siebens, hij gaf me op een heel gemotiveerde manier les in het Lemmensinstituut. Hij bereidde me ook goed voor op de job van uitvoerend muzikant, zelf was hij een begenadigd contrabassist die op internationale podia speelde. (Nvdr: Etienne Siebens is o.a. de oprichter van het Prometheus Ensemble.) Hij vertelde veel over de uitvoeringspraktijk, over muziekkwaliteit, over de geschiedenis van het instrument, over de techniek om het instrument te bespelen. Hij was voor mij zeker een inspirator.

Wie zijn jouw grote voorbeelden?

Gitarist Karel Vercruysse, die ik van heel dichtbij heb leren kennen, van op de eerste rij kon ik zien wat hij deed, hoe hij muziek bracht, en contrabassist Etienne Siebens waren mijn twee grootste bezielers. Ik luisterde als tiener veel naar muziek, naar toppop, ook Branduardi hoorde ik destijds graag, en Queen, Dire Straits, Neil Yong, Kevin Ayers, Genesis enz …

Hoe ziet een gewone werkweek er voor jou uit?

Ik ben toch wel zeer veel bezig met muziek. Ik ben leraar in de muziekacademies van Torhout en Diksmuide. Ik geef daar les contrabas (7 uur), daarnaast geef ik ook lessen samenspel; dit jaar is dat samenspel voor celli en contrabassen. En dan ben ik ook verantwoordelijk voor het maken van video-montages van concerten of festiviteiten van de muziekacademie.

Daarnaast componeer en arrangeer ik voor Ishtar, ik heb veel contact met andere muzikanten die me geregeld vragen om arrangementen te maken. Ik ben ook dirigent van twee koren. Voor hen maak ik enerzijds arrangementen, maar anderzijds componeer ik voor hen ook nieuwe stukken, maak ik nieuwe teksten.

Verder speel ik regelmatig in het trio Dolce Vita samen met de gitarist en de klarinettist van Ishtar. We luisteren allerlei evenementen op, we spelen op recepties, jubileumvieringen, academische zittingen e.a. We hebben hiervoor een heel breed repertoire.

Er moet ook nog wat tijd zijn om te ontspannen: wandelen, reizen, kunst ontdekken …

Je werkte een tijdlang bij het Filharmonisch Orkest (Brussel) (van 1988 tot 2010), je werkte als freelance contrabassist ook mee met het Collegium Instrumentale Brugense e.a. Daar vertolkte je eerder klassieke muziek?

Inderdaad, ik was 20 jaar lang vaste contrabassist bij het BRT-orkest, daar leerde ik niet alleen het repertoire van de klassieke muziek kennen, maar ook het impressionisme, het expressionisme, hedendaagse muziek kwamen aan bod. Het was een boeiende, leerrijke tijd! We speelden met heel wat grote dirigenten, een breed repertoire (van de romantiek tot vandaag); je leert zo de klankkleur kennen van al die instrumenten.

In het Collegium Brugense speelden we vooral barokmuziek. Je staat er in de kamermuziekgroep als contrabassist alleen voor, je speelt als contrabassist dan een volwaardige partij, je bent mee het fundament van de groep. We speelden vooral Bach, Telemann, Vivaldi …

Bij het componeren heb ik heel veel elementen overgenomen uit de klassieke muziek. In de folkwereld word ik eerder gezien als een klassiek componist. Het heeft waarschijnlijk te maken met de manier waarop ik componeer. Ik probeer heel veel variaties te brengen in mijn composities, zowel in de muzikale thema’s als de klankkleuren, ik besteed veel aandacht aan het samenspel van verschillende instrumenten, ik zoek ook naar nieuwe combinaties tussen instrumenten en zang

Ishtar telt een 8-tal muzikanten, één van hen is Ilse, zij speelt op zo’n 15 verschillende fluiten. Ik vind het heel bijzonder om alle instrumenten te leren kennen en daarvoor dan ook specifieke composities te schrijven.

Mijn tofste ervaring in het BRT-orkest? Voor mij was het heel plezant om met die grote groep mensen - we waren met zowat 100 musici in het BRT-orkest – op tournee te gaan. Ik herinner me een drieweekse tournee door Duitsland, waarbij we elke dag een concert gaven op een andere plaats, we waren dan heel wat onderweg van de ene stad naar de andere, best wel vermoeiend. Toch hadden we ook de mogelijkheid om de steden te ontdekken.

Onvergetelijk is ook de reis naar Buenos Airos (Argentinië), we speelden daar in het Teatro Colón, de sfeer was ongelofelijk. Spelen op de plaats waar zoveel grote orkesten en dirigenten concerteerden, onwezenlijk! (Het Teatro Colón heeft 2500 zitplaatsen en 1000 staan-plaatsen. De akoestiek van het theater wordt als een van de besten ter wereld beschouwd.)

Verder herinner ik mij een concert in het kader van het Festival van Antwerpen, op het programma stond een indrukwekkend hedendaags werk voor 8 contrabassen van Galina Oestvolskaja.

Het werk werd op heel tegenstrijdige reacties onthaald door het publiek. Sommige mensen vonden het zo vreemd, dat ze de slappe lach kregen; er werden allerlei technieken op de instrumenten uitgevoerd, een houten kist, eigenlijk een kist voor een gestorven kind werd gebruikt als slagwerkinstrument.

Jouw muzikale voorkeur gaat uit naar folk? Waarom? Wat trekt je zo aan in folkmuziek?

Ja, ik hou van folk, letterlijk vertaald betekent folk volksmuziek. Ik heb echter de indruk dat folk gekoppeld wordt aan de muziek van bepaalde folkgroepen. Maar het begrip kan volgens mij heel breed opgevat worden. Ook de klassieke muziek, componisten als Mozart, Beethoven, Stravinsky … maken gebruik van thema’s, elementen die overgeleverd zijn uit de volksmuziek … De volksmuziek heeft iets eeuwigs, gepolijst door de eeuwen heen, daardoor is de volksmuziek ook zeer sterk geworden, er is niets overtolligs aan, de melodieën zijn zeer krachtig, roepen hevige emoties op, zonder daarom ingewikkeld te zijn.

Waarom heb je Ishtar eigenlijk opgericht?

Eigenlijk toevallig … Els Cuypers, klassieke hoorniste, gaf mij in 2001 een bundel Europese liefdesliederen, uitgegeven door de Duitse uitgeverij Fischer. Liefdesliederen uit alle Europese landen, van het hoge noorden, Estland, Rusland, Oekraïne, tot het zonnige zuiden, Spanje, en ook vooral uit de Balkan. Ik heb dan een aantal liederen bewerkt voor meerstemmig koor. En op dat moment is de microbe voor die Europese liefdesmuziek ontstaan.

We zouden een éénmalig concert geven, ik nodigde enkele bevriende muzikanten uit om de liederen te begeleiden. Op het programma stonden een 15-tal liederen die ik bewerkt had, in de zomer van 2001, het concert vond plaats bij mij thuis op het jaarlijkse Nieuwe Oogstfestival … en de reacties waren zo overweldigend, zo positief, we zijn er dan mee doorgegaan.

Het was het begin van een heel creatieve periode; ik heb nog meer liederen onderzocht en bewerkt, arrangementen geschreven.

Werkt Ishtar met vaste groepsleden of wisselt de bezetting geregeld?

In 2001 zijn we gestart met een aantal professionele mensen uit mijn kennissenkring. In 2003 verliet Els Cuypers de groep, Soetkin Baptist werd toen de zangeres. Van 2003 tot 2010 telde Ishtar 9 muzikanten, allemaal klassiek gevormde musici. Het voordeel is dat zij een partituur op zicht kunnen lezen.

In 2010 heeft Soetkin dan besloten haar eigen weg te gaan, de bezetting wisselde toen wat. De huidige bezetting bestaat uit 8 muzikanten: Jetse Boone (zang), Lies Verhelle (zang), Ilse Vromans (dwarsfluiten en etnische fluiten ), Marc Pijpops (altviool ), Robrecht Kessels (cello), Karel Vercruysse (gitaar ), Frank Markey (klarinet, saxen) en ikzelf (piano, contrabas, composities).
Ik werk graag met een vaste bezetting, je groeit als groep, je leert elkaar muzikaal steeds beter kennen en het niveau stijgt.

Waarom hebben jullie deelgenomen aan (de preselecties voor) het Eurovisiesongfestival?

Onze deelname aan het Eurovisiesongfestival was een tamelijk toevallig gegeven, het had veel te maken met de compositie van O Julissi, een aanstekelijk deuntje dat voor een toffe sfeer zorgde, iedereen werd er blijgezind van. Iemand opperde dat het echt een deuntje was voor een of andere wedstrijd … Er waren toen net preselecties voor het Eurosongfestival, we stuurden het liedje in, we werden geselecteerd en de bal ging aan het rollen … Je treedt uit de schaduw, radio en televisie zijn nog altijd krachtige media, ze zorgden onmiddellijk voor een heel ruim publiek, voor heel veel aandacht. Iedereen ziet je, iedereen kent je. Op korte tijd verhoogt de naambekendheid!

Wat heeft de deelname aan het Eurovisiesongfestival betekend voor jou en voor de groep?

Het is ongelofelijk in welke stroomversnelling we terecht gekomen waren, we traden wel al op in culturele centra, maar we waren toch een relatief anonieme groep. De deelname aan het Eurosongfestival had heel wat impact op de leden van de groep, ze werden herkend op straat en aangesproken. Maar ook als groep waren we verplicht om van een amateuristisch ensemble om te schakelen naar een goed georganiseerd, gestructureerd instituut. We zagen ons verplicht te werken met een boekhouder. De administratieve en financiële druk zorgde voor veel stress, er moest heel veel in orde gebracht worden op zeer korte tijd.

Ondertussen waren er ook veel repetities, we werden geselecteerd om naar Belgrado te gaan. We kregen heel veel reacties op onze website, bestellingen van cd’s enz. Dat moest ook allemaal opgevolgd worden. Er ging dus heel veel energie naar al dat bijkomend werk, terwijl we vooral artistiek bezig wilden zijn.

Welk aandeel heeft Ishtar in je totale muziekcarrière?

Ishtar neemt een belangrijke plaats in mijn leven in. In 2010 voelde ik dat voor een keuze stond: in het orkest blijven en met Ishtar stoppen of omgekeerd. Ik heb dan voor Ishtar gekozen, ook al is het quasi onmogelijk te leven van …. Sindsdien combineer ik Ishtar met het lesgeven. Er gaat niet alleen tijd en energie naar de optredens, er is ook het andere werk. Contacten leggen met organisatoren, contracten opvolgen, het papierwerk, de administratieve en financiële kant van de zaak, het opstellen van het podium, de keuze van de geluidsinstallatie, de lichtinstallatie … We hebben daarom een tijdje samengewerkt met een manager, maar financieel is dat niet echt haalbaar. Het blijft een idealistische roeping, maar de emotionele bevrediging die je ervoor terugkrijgt is onbetaalbaar.

Aan welk project heb je de mooiste herinneringen? Waarom?

Heel veel mooie herinneringen aan verschillende optredens met Ishtar. We zijn met heel veel mensen in contact gekomen, met koren en orkesten. Als een productie een succesvolle onderneming wordt, dan geeft dat heel veel voldoening. Ook aan de samenwerking met Acantus heb ik heel veel goede herinneringen. De samenwerking met een kwaliteitsvol koor met een heel bezielende dirigent geeft heel veel muzikale vreugde. Het Eurosongfestival is een project buiten categorie, het was een langdurig project en naast de mooie herinneringen zorgde deze onderneming ook af en toe wel voor spanningen in de groep.

Welke toekomstplannen heb je met Ishtar?

Ik ben heel tevreden met de huidige groep, met de mooie mix van stemmen van Jetse en Lies. De sfeer binnen de groep is zeer goed, iedereen is bereid zijn steentje bij te dragen. Nu hebben we 4 cd’s uitgegeven: TroubAmour (2005) O julissi (2008). Tussen donker en licht (2011) en Balkanoia (2012). Het is dus misschien tijd voor een nieuwe cd, een nieuw artistiek product, hiervoor moeten dan ook nieuwe composities gemaakt worden. Daarnaast willen we zoveel mogelijk optredens verzorgen. Voor sommige concerten opteren we voor een optreden met een kleinere groep: 4 muzikanten, nl. twee zangeressen, Ilse en ikzelf. De organisatie van een optreden met een kleinere groep is eenvoudiger, ook budgettair geeft dat wat meer ruimte.

Je bent ook componist. Welke compositie is voor jou nu nog het belangrijkst? Waarom?

Dat is een moeilijke vraag om te beantwoorden. Ik vergelijk mijn composities soms met kinderen, je kan tussen je kinderen ook geen keuze maken. Ik heb eigenlijk aan alle composities mooie herinneringen, ik kan me herinneren waar en wanneer iedere compositie tot stand gekomen is, in welke omstandigheden het werk gemaakt werd … Het maken van O julissi was een gemakkelijke bevalling, op één stralende voormiddag is dat liedje ontstaan, het heeft mezelf ook veel genoegen gedaan, het heeft me teruggebracht naar mijn ongerepte, vrolijke kindertijd. Soms schrijf ik ook droevige nummers, in mineursfeer, het heeft te maken met de stemming waarin ik ben. Dan put ik ook troost uit de compositie.

Neem je alle opdrachten aan of ben je hierin eerder kieskeurig?

Ik ben een muzikale duizendpoot, ik aanvaard de meeste opdrachten, ook als ze niet direct binnen mijn muzikaal veld liggen. Ik denk zo aan een compositie voor harmonieorkest. Je moet rekening houden met de instrumenten die aan bod moeten komen, je leert altijd veel bij door een opdracht aan te nemen die niet tot je eigen kerntaken behoort! Het is voor mij een echte uitdaging. Ik werk dikwijls met dezelfde instrumenten, maar ondertussen ken ik ook de mogelijkheden van bv. een cello. Je gaat dan schrijven voor dit instrument. Ook ben ik meer voor koor beginnen schrijven, omdat ik nu zelf twee koren dirigeer. Een koor is een menselijk instrument waarmee je een typische eigen sound kan maken, als meerwaarde is er de tekst die je kan gebruiken.

Welke is voor jou de tot nu toe meest uitgesproken muzikale ervaring?

De verbondenheid die je voelt als je muziek uitvoert, als je met een grote groep mensen met hetzelfde enthousiasme aan de uitvoering werkt, kan je onbeschrijfbaar mooie momenten beleven, je kan ook sterke emoties opwekken. Je merkt dit ook onmiddellijk aan het publiek, de feedback van luisteraars die op dezelfde moment hetzelfde voelden bewijst dit. Deze kippenvelmomenten op het podium hebben te maken met de deelzaamheid van de muziek, met de uitwisseling van emoties. Dan voel je jezelf als medium begenadigd!

Gerd Wenmeekers
The Manchester Chorale op bezoek

Het laatste weekend van oktober kreeg Acantus bezoek van the Manchester Chorale. Het koor verbleef in het Radisson Blue hotel op het Astridplein. Voor velen onder ons eerder gekend als het ‘Disney Hotel’ over het Centraal Station. Ik had de eer om hen enkele rondleidingen te geven in deze, voor hen, onbekende, Vlaamse parel. Hetzelfde gevoel als ik heb als ik aan Manchester denk.

Vrijdag: Om en rond het Astridplein

Hoewel enkelen al een paar dagen vroeger van de Vlaamse kunststeden kwamen genieten, arriveerde het gros van het koor vrijdagnamiddag. Gerd W. en Wim VH. zorgden voor een warme ontvangst met een Antwerpse ‘goodie bag’. Na een korte verfrissing trakteerden we hen op een rondleiding in en rond het Centraal Station. Ze waren uiteraard onder de indruk van de pracht en praal van onze spoorwegkathedraal. Maar eerlijk, drie verdiepingen treinen en een roltrap die voor een stuk horizontaal loopt, dat hadden ze nog nooit gezien. Blijkbaar had het horizontale stukje, bij aankomst, voor hilarische taferelen gezorgd met over elkaar struikelende Engelsen.

’s Avonds werd verbroederd: een verzorgd diner op de tweede verdieping van het hotel met een verbazingwekkend zicht op het verlichte Astridplein en het station. Tijdens het diner werd het uitgebreide programma besproken en waren de Manchesterians toch een beetje bezorgd over het programma dat zij maar konden samenstellen voor het wederbezoek van Accantus aan Manchester. Na het diner verloren we een deel van het publiek, want zij verkenden het nachtleven en eindigden blijkbaar in het café ‘Beer Central’.

Zaterdag: Sightseeing in Antwerpen

Zaterdagochtend stond een gevuld programma op het menu, dus we sprongen al om 9 uur de tram op naar het centrum. Met een paar opvallende ‘Beer Central’-ogende en -ruikende aanwezigen!

Voor de middag werd de groep in twee gedeeld voor een historische rondleiding in Antwerpen. De klassieke highlights natuurlijk, maar ook een echt pak friet met mayonnaise en een duik in de voetgangerstunnel (alweer roltrappen) sprongen in het oog.

De die-hards kregen tussen de middag nog een extra rondleiding over de schilderijen van P.P. Rubens in de Kathedraal.

De kennismaking met Antwerpen leverde alweer een paar echte fans op.

Zaterdagavond: Gezamenlijk concert

Zaterdagavond liep de Sint Martinuskerk lekker vol voor ons gezamenlijk optreden. De Manchesterians waren onder de indruk van de mooie ‘blended’ sound van Acantus. En wij waren onder de indruk van hun gevarieerd repertoire. Eén van de vele hoogtepunten was ‘Rouen’, een lied geschreven door koorlid Chris O’Hara, die daarmee een tweede prijs won in een nationale wedstrijd. Achteraf, bij een glas wijn, bleek de goede match tussen de twee koren. Blijkbaar hadden onze bezoekers het programma dat zij in juli volgend jaar willen aanbieden al druk besproken, want de verhalen over het schilderij met Vlaamse Wevers in hun stadhuis willen ze ons zeker vertellen.

Zondagochtend: Artiestenmis in Carolus Borromeuskerk

Om 9 uur was tram 10 alweer goedgevuld met 48 goedgemutste Manchesterians. Ook de Carolus Borromeuskerk liep vol voor de Artiestenmis. Door de korte rondleiding voor de mis, wisten de meeste Engelsen meer over deze barokke parel dan de eigen koorleden. Het is de eerste ‘wetenschappelijk’ onderbouwde kerk, waar licht en akoestiek berekend werden. Dat bleek: de klank vanop het balkon klonk hemels beneden in de kerk. De omstandigheden op het balkon waren iets minder comfortabel, wat tot een hilarische Spiderman oefening leidde van pianist Dave. Hij moest letterlijk tussen de muur en het koor naar het orgel kruipen.

Zondagnamiddag: verbroederingsdiner

Het bezoek werd afgesloten met een lekkere maaltijd in het klasserestaurant ‘De Peerdestal’, nee niet met paardenvlees. Wel met stoofvlees en frietjes. Voorzitters Annemie Anné en John Eaden konden terugblikken op een geslaagd weekend. Johns moeder is afkomstig van Antwerpen, dus dit bezoek had voor hem ook een hoog emotioneel gehalte. Tijdens zijn bedankingsspeech benadrukte hij dat het bezoek zijn wildste dromen had overtroffen en dat de lat voor het tegenbezoek aan Manchester hoog ligt. Maar die uitdaging gaan de Manchesterians met vol vertrouwen tegemoet.

Wim Van Hauteghem
The Manchester Chorale ontmoet Acantus

Een gesprek met mijn nicht Anne Claes over mogelijkheden om met een koor in de stad Antwerpen op te treden. Een uurtje zoeken op het internet naar een gelijkgestemd koor in de buurt van Antwerpen. De naam van het koor Acantus in de gaten gekregen. Een telefoontje naar het secretariaat met de vraag: zouden jullie met een koor uit Manchester willen samenwerken? En een onmiddellijk positief antwoord.

Dus begonnen maanden van uitwerken – regelen van vluchten en treinkaartjes, een hotel vinden, maaltijden regelen, een bus huren, begeleide wandelingen afspreken, enz .........

Van bij het eerste enthousiaste contact had ik het gevoel dat de samenwerking succesvol zou zijn. Gerd Wenmeekers en ik stuurden e-mails heen en weer (in het Nederlands) om alle praktische details goed te regelen. Godfried en Jill, onze dirigent, hebben zich ontfermd over de muzikale zaken.

Toen wij in Antwerpen aankwamen, was ik er dan ook van overtuigd dat het weekend heel goed zou verlopen. En wat een prachtig weekend is het geweest! Met de hulp van verschillende koorleden en vrijwilligers van de B-ploeg uit Beveren – en het zomerse weer - hebben wij Antwerpen en Oost Vlaanderen op hun best gezien.

Wij hebben samen heel lekker gegeten – bij het diner vrijdagavond in het hotel Radisson Astrid Blu en op zondagmiddag met een echt Belgisch menu in de Peerdestal, waar wij gezellig met elkaar konden kennismaken. Het uitgebreide buffet in Zaal Olympia was ook uitstekend. Het format van het concert in de Sint-Martinuskerk gaf beide koren de gelegenheid om te luisteren en te zingen. Leuk dat we ook twee liederen samen konden zingen voor het publiek.

Zondagmorgen op het balkon in de Carolus Borromeuskerk in Antwerpen beleefden wij een magisch moment bij het opluisteren van de Artiestenmis. Mijn vrouw Wendy heeft mij verteld dat het net was “of het gezang kwam uit de hemel”!

En dan was het opeens allemaal voorbij. Nu kijken wij allemaal uit naar het bezoek van het koor Acantus naar Manchester volgend jaar. Ik hoop dat jullie in Manchester net zo’n goede ervaring zullen hebben als wij (net) in Antwerpen hebben gehad.

Tot ziens.

John Eaden, Voorzitter van The Manchester Chorale
Naklanken van het koorweekend 2016

Reeds vele jaren geniet ik het privilege om met dokter Luc naar het koorweekend te rijden. Hoe dat komt weet ik niet, maar de toevalligheid dat we nog in dezelfde Humanioraklas gezeten hebben in het Sint-Jozef-Klein-Seminarie en het feit dat Luc later mijn huisarts werd, verraadt dat we elkaar reeds langer kennen.

Enkele jaren terug liet Luc me ook telkens een stukje Leuven bewonderen, op weg naar Vaalbeek, maar nu we sinds vorig jaar naar het Provinciaal Ontmoetingscentrum van Malle verhuisd zijn, blijft nog enkel onze jaarlijkse babbel over en die was dit jaar opnieuw zo onderhoudend dat Luc nog net niet de afrit miste, zoniet waren we ergens in Turnhout of Nederland terechtgekomen.

Over de inhoud van onze gesprekken ga ik hier geen verslag uitbrengen, aangezien deze behoren tot de diepste roerselen van onze beider zielen, temeer ook dat het A-kantje geen verslagen opneemt van oudemannenpraat, hoe wijs en intellectueel deze mannen ook mogen wezen...

Desalniettemin waren we prachtig op tijd op onze bestemming en aangezien we de kamers nog niet konden betrekken, waren we stipt om 10.00 uur aan het inzingen met Tine en Manu. De maaltijden zijn wel te genieten daar in Malle, maar het slapen gaat niet altijd opperbest, soms lig je in een tenorennest, je doet van heel de nacht geen oog meer dicht.. en vul zo zelf het liedje maar aan. Maar daarover straks een klein woordje meer.

Er werd echter, zoals telkenjare, wel degelijk serieus gewerkt op dit repetitieweekend. We werkten immers aan de voorbereiding van onze kerstconcerten met Ishtar, de nocturne op de begraafplaats van Beveren en het concert en de Artiestenmis samen met the Manchester Chorale eind oktober. In cijfers gesproken repeteerden we zaterdag gedurende 5 uur, weliswaar onderbroken door eetmalen en koffiepauzes en zondag gedurende 6.15 uur. We namen 17 verschillende partituren, veelal kerstlie-deren, ter hand en de mis van De Boeck. ‘s Avonds na de laatste repetitie werden aan de bar aardig wat Vlaamse en andere drinkliederen gekweeld, op aangeven van Piet, en naarstig overgenomen door Marja en Wilfried , maar toch mist deze sessie, hoe spontaan ook, wat meer structuur en misschien een instrumentje, kwestie van de juiste toon, weet je ...

Zondagmiddag was er bij het begin van de repetitie een act van de tenoren, die het Breugheltenorenfeest van 5 november kwamen aankondigen. Verkleed en met een draagplank vol appels en uitnodigingen, zongen ze een Ghyssaertversie van “Pieter Breughel den ouden” van Wannes Van de Velde. Het feest wordt wellicht op een andere plaats in dit periodiekje uit de doeken gedaan.

De tenoren hebben hieraan wel degelijk als team gewerkt en daartoe was het tekenend dat ze samen de kamer deelden in Malle. Eigenlijk hebben ze daar in Malle al de feestroes ingezet door het gezamenlijk sluiten van de bar om middernacht en het verder feesten op de kamer, waarbij het doorgeven van 1 fles wijn het lied werd ingeoefend: “Breng het glaasje aan de lippen, laat het zachtjes binnenglippen en drink het uiuiuiuiuit tot op de grond”. Foto's over deze werksessie worden niet verspreid op Facebook, tot spijt van menige partner, sopraan, alt of bas.

Aangezien er zondag opnieuw een beestige repetitiedag op het agenda stond, lag iedereen op tijd in bed. Wat is op tijd ? Dat is voor iedereen verschillend. Toch hebben de tenoren zondag flink gezongen. Dat heeft enen aanwezigen dirigent zelf meermaals gevraagd, en soms verkregen...

Tot slot van dit verslag wil ik nog zeggen dat slechts weinigen afwezig waren en dat is maar goed ook in het vooruitzicht van een o zo stevig eindejaarsprogramma. In het naar huis rijden in de auto van dokter Luc, beaamden beide vrienden dat Godfried een zeer kundige, energieke en geduldige koordirigent is, maar dat wisten zij al lang...

Tot volgend jaar ?

Wilfried Van de Velde
20 januari 2017

Aan de einder

ver

achter het blitse ochtendrood

daagt

de dag in vertwijfeling

 

Bange stilte

klampt zich vast

in rijp

aan dode takken

 

Zacht deemster ik weg

virtueel

in een osmose

van generositeit en verbondenheid

 

Hallucinant

de drassige dooi

van

the American dream

Waar haal ik nog adem ?

 

Bea Claus 23-01-2017
Tenorenkoorfeest 5 november 2016

Het was al donker toen de laatste “sopraantenors “het Kasteel Wissekerke bereikten na een frisse wandeling langs de potpolder naar Rupelmonde. Daar hadden zij in het “Loze Vissertje” de maat genomen van de “Basalten”, die beter van buiten zongen maar die minder soepel waren in de heupen bij het 'nagelmikken' in de fles.

Het was daar een plezante bedoening in de Bazelse polder, waar Wilfried de origineelste quizvragen verstopt had en waar Dirk ook nog verraste met een spelletje “vliegende worsten hakken”. De wandeling was degelijk voorbereid door Wilfried, Dirk en Chris en de koffie met cake was inbegrepen in de prijs. Wat wil je nog meer ?

Het bonte gezelschap reed cito presto naar “t Schuurke” in Beveren waar verse hapjes van den Dirk zijn oom klaarstonden en waar Mario en Wim hun zelfbereide “punch” lieten proeven. Dat het een Breughelfeest werd, was reeds aangekondigd tijdens het koorweekend en Rik had prachtige onderleggers gekopieerd en showde naderhand ook zijn reuze draagplank vol met rijstpap en lekkere vlaaien. Vooraf werd er lekker gesmuld van een heerlijke breughelmaaltijd met worsten, beenhesp, frikandellen met kriekjes en allerlei spijzen. Er was bier en wijn in overvloed en Pieter Breughel den ouden stond bijna op uit de dood om mee te komen schransen.

Paul had een passend lied gemaakt op een melodie van Wannes Van de Velde en met Chris aan de knoppen heb je altijd de juiste begeleiding.

Er moest ook nog aan wat animatie gedacht worden en Tim en Dirk hadden een leuke powerpoint-fotoshop gemaakt. Hugo, Wilfried en Dirk hadden de tafels gedekt en zo waren de tenoren allen in zwier geweest.

Luc Geerinckx hebben we niet gezien op de voorbereidende vergaderingen, maar hij zou de “show” stelen met een partijtje “over het water wandelen” op één van de Bazelse kreken. Het kostte hem een natte broek en een operatie aan zijn meniscus.

Klap op de vuurpijl was het optreden van de volksdansgroep Reintje Vos uit Kemzeke. En iedereen moest van de stoel. Als dat geen passende Breughelactiviteit was !

Het heeft al bij al wel wat voorbereiding gekost om dit alles klaar te krijgen, maar met een drietal vergaderingskens en stevige verslagen van Wim kwam alles op tijd voor de bakker.

Het is ook altijd gemakkelijk als je de kassier van het koor in je partij hebt, maar toch hebben we het gebeuren low budget kunnen presenteren, zodat de grote kas niet moest bijspijkeren. Belangrijk is ook het feit dat de tenoren door deze samenwerking een team geworden is dat flink kan zingen, maar ook flinke feestjes kan organiseren.

De alten krijgen nu de eer om in 2017 het jubileumjaar op te vrolijken !!!

Wilfried Van De Velde
Pieter Breughel in Beveren

vet = 2 noten

 

Pieter Breughel de Oude

zou opstaan uit de dood

om ons te horen zingen

zonder fouten rond zijn oor, rond zijn oor

Das echt 't Acantus koor!

 

Hij hoorde de sopranen

wat zingen die heel hoog

geen bloed, veel zweet en tranen

maar het is het horen waard, niet bejaard

het klinkt wereldvermaard

 

Hij keek en zag de alten

zij zijn een belangrijk soort

bla bla en lage noten

maar zij zijn bij ons veel waard, achtenswaard

zij zijn echt zo van aard

 

Hij zong mee met de bassen

Triomfantelijk boem boem

g'lijk pauken en bazuinen

zij oogsten heel veel roem, zoveel roem

dat is nog niet zo stoem

 

De societeit dat werkt goe

Dus krijgt Annemie een zoen

Zij zijn hier nog heel goe bij kas

voor concerts en een stevig glas, stevig glas

Onze Mario let op de poen

 

Laat Godfried nu maar zwoegen

want 't koor dat wil vooruit

van klav'ren naar de biezen

maar ons kwaliteit willen wij niet kwijt,

wij moeten v’ruit met de geit

 

Tenoren triomferen

het wordt een Breughelfeest

eerst wandelen dan dansen

en eten om ter meest, g’lijk een beest

jullie worden niet gesjeesd

 

Dus jullie zijn heel welkom

op 't tenor-Breughelfeest

volg de traditie dus trouw

we begroeten alleman en ook vrouw

dan is ’t pas echt een feest!

 

Epiloog

 

Pieter Breughel de Oude

verrezen uit de dood,

hij snuift 't gezellig sfeertje

en zorgt voor de plezante noot

hier heerst geen hongersnood

 

Wilfried en zijn kompanen

content met 't Breughelfeest

wij hopen ook hetzelfde

alleman ook zij met een blaar op hun teen

bedankt merci iedereen

 

Hij had nog een kadootje

in een doos van Bol.com

begot 't is voor de alten

zet dat op een dressoir, geen bazaar

maar verzorg ons jubeljaar

 

Blijf nog wat bij ons feesten

der is nog drank genoeg

om zorgen te vergeten

dat doen we nog tot morgenvroeg

en dat is nooit genoeg!!

 

Vet = 2 noten

 

Paul Ghyssaert
Koorkalender
Donderdag 13 april 2017 19.30 uur Witte Donderdagviering
Vrijdag 14 april 2017 19.30 uur Goede Vrijdagviering
Zaterdag 15 april 2017 20.00 uur Paaswake met creatie Missa Sancti Martini van Damijan Močnik
Zondag 23 april 2017 11.30 uur Deelname aan de koorwedstrijd in Kontich
Zondag 4 juni 2017 11.00 uur Pinksterviering
Van vrijdag 30 juni t.e.m. dinsdag 4 juli 2017 Weekend met concert in Manchester bij The Manchester Chorale
Dinsdag 15 augustus 2017 Mis Maria-ten hemel-opneming
Donderdag 24 augustus 2017 Begin Hemelweekeinde Beverse Feesten
Zondag 27 augustus 2017 Aperitiefconcert
Zaterdag 30 september 2017 10.00 uur Koorweekeinde te Drongen
Zondag 1 oktober 17.00 uur Einde koorweekende te Drongen
Woensdag 1 november 2017 11.00 uur Mis Allerheiligen
Zaterdag 11 november 2017 Altenfeest
zaterdag 16 december 2017 Weihnachtsoratorium, Bach, Kerk Haasdonk
Zondag 17 december 2017 Weihnachtsoratorium, Bach, Kerk Haasdonk
Zondag 24 december 2017 Middernachtmis
Gerd Wenmeekers
Familiekroniek

 

Wij verwelkomen

    Lieve Degroote, alt

    Nathalie Pons, sopraan

    Frie Van Rossen, sopraan

Wij nemen in het koor afscheid van

    Bert Mendonck, bas.

 

Wij bieden onze oprechte deelneming aan

 

    bij het overlijden op 29 september 2016 van Lutgart Hoste, (schoon)zus van Agnes en Hans

    bij het overlijden op 16 oktober 2016 van Eliane Yzewyn, (schoon)moeder van Godfried en Martine

    bij het overlijden op 16 januari 2017 van Louis Praet, (schoon)vader van Dirk en Gerda

 

Gerd Wenmeekers
Verjaardagskalender
Jurgen Toune 3 februari
Paul Ghyssaert 7 februari
Gerda Mouton 17 februari
   
   
   
Juanita De Decker 27 februari
Hugo Thierens 28 februari
Jan Cerfontaine 1 maart
Jonas Staut 4 maart
Luc Geerinckx 8 maart
Piet De Smet 12 maart
Katrien Deckers 13 maart
Kristien Van Bastelaere 15 maart
Daan Peters 16 maart
   
Agnes Hoste 31 maart
Anneleen Jacob 8 april
Chris Herremans 11 april
Ingeborg De Meulemeester 14 april
   
Karina De Bock 21 april
Mario Fierens 23 april
Ann Van Goethem 3 mei
Christine Dhollander 9 mei
Martine De Rycke 10 mei
Hilde Marijnissen 10 mei
Kris De Schepper 12 mei
   
Godfried Van de Vyvere 26 mei
Trees Janssens 28 mei
Hera Wijckers 28 mei
Marc Oosterlinck 12 juni
   
Annelies Herremans 23 juni
Manu Cardon 25 juni
Carry Decleer 4 juli
Ingeborg Smet 7 juli
Nicole De Laet 21 juli
   
Veronique Daelemans 25 juli
Klaartje Schatteman 25 juli
Marina Smets 28 juli
Dirk Praet 4 augustus
Marita Van Damme 15 augustus
Gerd Wenmeekers