Juni 2018
Voorwoord

Het was weer goed en het wordt weer iets om naar uit te kijken, dixit Godfried. Inderdaad, nog een paar weekjes en we zijn in Keu-len te vinden. Jan doet ons al watertanden en hij kijkt al verder. Jan is één van de steunpilaren als het op reizen organiseren aan komt.

Zulke mensen heb je nodig in je organisatie. Zo ene is ook Rik. Hij werd samen met Jeannine in de bloemetjes gezet met een dijk van een lied. Je leest (en zingt) het mee in dit Akantje.

Enkele Akantjes geleden stelde Frie zich al voor, maar nu focust ze wat meer op haar B kant. Die kant is op haar beurt behoorlijk veel-zijdig.

Naast ons lijfblad lezen sommigen onder ons ook nog de krant. Zij vonden daarin een artikel dat een en ander verklaart over de stem(mings)wisselingen bij onze vrouwelijke zangers.

Wie uiterst goed stemmingen onder woorden kan brengen is ons Bea. In haar gedichten kunnen we goed mee volgen wat haar be-kommert.

Veel leesgenot.

Piet De Smet
Wat was

Sinds het Weihnachtsoratorium en de middernachtmis was er eigenlijk nog niet zo veel. En toch bleven wij maar zingen, en zingen, en zingen. Prijs u allen maar gelukkig, dat je kan en mag zingen.

Maar ik mag mij hier niet verliezen in filosofische beschouwingen of emotionele oprispingen. Hier moet geschreven worden over wat was en wat komt. Allez, ‘en marche’.

We zouden ons Paasrepertoire een keertje grondig oppoetsen.

En dat hebben we gedaan. Witte Donderdag baadde in de sfeer van de Mediterrane polyfonie (uiteraard schatplichtig aan de Vlaamse!) met o.a. de mis van De Victoria en Tristis est anima mea van Giovanni Croce. Er was ook een nieuw Ubi caritas voorzien. We oefenden, en oefenden…maar het lukte niet om het tijdig klaar te krijgen. Jammer, want dirigent en menig zanger hebben een uitdaging nodig.

De Paaswake zelf kreeg ook flink wat nieuwe stukken, en een immer graag gezongen en gehoorde mis van De Boeck. De trompet van Freddy Aps en de pauken in het Alleluia versterkten het feestelijke karakter van dit hoogtepunt van het liturgisch jaar. Het spirituele, het muzikale en het visuele decorum vormden best weer een indrukwekkend geheel.

Door al dat nieuws, kreeg het Requiem van Duruflé een wat sputterend begin. Maar daar hebben we dan wat op gevonden. Een koorzondag. Aha! En op zo’n zondag tussen 9.30 u en 17 u is er zelfs meer volk dan op een wekelijkse donderdag. Succes dus, ook deze keer. We werkten geconcentreerd en intens, en we maakten grote vooruitgang. Het was alweer een heel geslaagde koordag, ook altijd goed voor de teambuilding.

Intussen kwam er een mail uit Brussel, met de vraag of ons koor de mis zou kunnen opluisteren n.a.v. de herdenking van het overlijden van koning Boudewijn, 25 jaar geleden. Een ‘jubileumeditie’ dus.

De meeste koorleden gingen hier dan ook wat graag op in. Laken: ‘here we come’. Dat heet dan het Laken naar zich toetrekken. Maar dat is voor in ‘wat komt’.

Blijdschap om muzikale vooruitgang, om een fijn engagement, maar ook droefenis. Bernadette Bosman streed een lange, moedige strijd. Een strijd die zij helaas niet heeft kunnen winnen. Onze gezongen bijdrage tijdens de verrijzenisliturgie wilde warmte en troost uitstralen naar Mieke en Marc en alle aanwezigen.

De Heilige Geest is dit jaar in een flits voorbij gevlogen (ofschoon wij er natuurlijk wel van doorDrongen zijn!). Door omstandigheden werd de mis opgeluisterd door het Sint-Janskoor en organist Franky Wagemans.

Monseigneur (want die titel draagt hij nu) Herman Cosijns, voormalig deken van Laken, nu o.m. pastoor van de basiliek van Koekelberg, maar vooral secretaris-generaal van de Belgische Bisschoppen, kwam een avondje langs in Stationsstraat 49 te Beveren. Het was een heel warme en gemoedelijke ontmoeting, en we kwamen al snel tot een mooi programma voor de mis voor Balduinus Rex.

Inmiddels repeteerden we ijverig (als steeds) en goed in functie van onze optredens in Keulen, het Requiem van Duruflé, en het nieuwe werkje ‘Lord, make me an instrument of thy peace’, voorzien voor het Duruflé-concert, maar wonderwel passend in de mis voor Boudewijn. Koning bad dit gebed van Franciscus (die van Assisi, niet die van Argentinië) elke dag. We slaan een aantal vliegen in een klap. Moet ook, want daartussen zit nog een Maria ten hemel opneming, en het dertigste aperitiefconcert in den hemel. Het wordt een hemelse zomer, aan een hels tempo.

Hemels… is ook het veertig jaar samenzijn van Rik en Jeannine, samen met de viering van hun 60ste verjaardag.

Rik, onze held, en vooral ook Jeanninekes held. Van harte nog heel veel gelukkige jaren samen.

Elders in dit blad vind je het lied voor Rik en Jeannine, van onze getalenteerde gelegenheidsdichters Katrien, Hilde, Nathalie en ondergetekende.

Godfried Van de Vyvere
Wat komt

We hebben fijne vooruitzichten. Keulen wordt een topreisje. Mooie bestemming, fijn programma, gekruid met twee optredens in een majestatische gotische kathedraal en een historische romaanse kerk. De musea Wallraf-Richartz en Ludwig, zijn toppers.

Het is uitkijken naar de gezamenlijke avondmalen in de 12 apostelen in het oude centrum, en op zondag in het Bootshaus , na een boottocht op de Rijn. En er wordt weer gedoopt. Gedoopt worden in Keulen, het heeft wat. Nu al dank aan de werkgroep Keulen (Jan, Katrien, Hilde, Nathalie, Manu, Godfried).

We nemen dan een kleine pauze. Weinig koren nemen zo’n kleine pauze. Dat heeft te maken met 15 augustus, en Den Hemel in de Beverse Feesten. 15 augustus bezingen we de maagd Maria op de bedevaartweide, als het weer het toelaat.

30 jaar aperitiefconcert ‘in den Hemel’, dat is wel wat… We zouden de programma’s eens moeten oplijsten. En de speciale gasten die op bezoek kwamen.

Los uit de pols herinner ik mij…een klarinet spelende jood, een bruine pater, een wielrenner die met de fiets het podium op en af reed (met dank aan ere-chef techniek Jan D. voor de aanpassingen aan het podium. Nadien nooit meer vertoond!), de voetballer uit Ivoorkust, de Rus, de Chinees Wokki Wokki Pang, Maria uit The Sound of Music, Burgemeester Marcel Van der Aa, de stierenvechter uit Spanje, Jim Henderson uit Manchester… Een eer voor Acantus om zoveel gasten te mogen ontvangen. Ook ons jeugdkoor Apropos verzorgde eens een deel van het programma.

Nu zochten we een zigeunerorkestje aan om de mensen op te warmen voor het concert, en het publiek verder te animeren na het concert. Acantus zelf zal putten uit het repertoire van 30 hemels, ‘The best of’ dus…

Van de hemel naar Laken. Op zaterdag 8 september mogen wij in de kerk van Laken de mis opluisteren n.a.v. de herdenking van het overlijden van koning Boudewijn, 25 jaar geleden.

Merkwaardig dat men bij ons uitkomt (dankzij Mgr. Dirk Smet, van Haasdonk, Rome, en de Priester Poppe herdenking), bij een dirigent die gezongen heeft in de begrafenis van Boudewijn, met Currende, onder leiding van Erik Van Nevel en Philippe Herreweghe, face to face met de keizer en de keizerin van Japan, Queen Elisabeth, en vele, vele andere al dan niet gekroonde hoofden.

Ik maakte na de mis in Brussel nog een gezapig praatje met Lech Walesa, met Izetbegovic, en met die excentrieke broer van Fabiola, Don Jaime de Mora y Aragon. Toffe gast. Will Tura hielp ik met inzingen, en mijn dorpsgenoot Chris De Stoop hield de preek.

Wie zal er nu zijn? Wokki Wokki Pang? Maria uit The sound of Music? Jim Henderson? Een jood (van de CD&V?), een Rus of een Ivoriaanse voetballer? Of gewoon Marie en Joseph uit Laken?

We reizen met de bus, en we lunchen gezamenlijk in Laken. Uitstapje. Heerlijk. Met dank aan Herman Cosijns en Dirk Smet, ‘onze’ monseigneurs.

Nog meer uitstapjes. We trekken weer naar Drongen, om er twee dagen te zingen. Het concert ‘100 jaar einde van de Groote Oorlog’ krijgt daar zijn ultieme voorbereiding. Fijne herinnering aan Bach anno 2017, uitkijken naar Duruflé & co anno 2018.

De herfst wordt een drukke tijd voor Acantus. Gelukkig ook om feest te vieren. Op zaterdag 13 oktober laten we ons graag verrassen door de B-ploeg, op het jaarlijkse koorfeest. Het feestje van de B-ploeg zal naar goede traditie wel A-klasse zijn!

Op zondag 21 oktober leveren wij onze bijdrage aan Levensloop, actie omtrent kanker, met een kort optreden tijdens de slotceremonie om 13.30 u.

Op 9 en 10 november voeren wij ons concert uit. Solisten in Duruflé zijn Inez Carsauw, mezzo, en Joris Stroobants, bariton. We lezen fragmenten uit het dagboek van de opa van Hilde Marijnissen, en brieven van de grootoom van Jan van Trees. Beklijvende documenten, uit onze eigen koorrangen.

We zingen over de poppies in Flanders Fields en over ‘Peace’. Het concert besluit met The Last Post, door trompettist Marc Goris. Mooi vooruitzicht…

Allerheiligen, kerstnacht. Voor 2019 kijken we vooral uit naar het project met Ishtar: de cd-opname en een rist concerten. En niet vergeten..het koor bestaat bijna 75 jaar. Ideeën? Projecten?

Wat komt? Wat komt? Heerlijk uitkijken naar de verdere toekomst van Acantus.

Godfried Van de Vyvere
Tien redenen om uit te kijken naar de volgende koorreis

Samen met jullie (naar ik hoop), kijken de leden van het bestuur en van de werkgroep al uit naar de koorreis naar Keulen op 30 juni en 1 juli omdat:

  • het de 20ste keer is dat Acantus (Sint-Martinuskoor) naar het buitenland trekt.
  • (als alles goed gaat) 1 dirigent, 44 zingende leden, 1 organiste, 1 erevoorzitter en zijn echtgenote en 14 B-leden meegaan.
  • 3 nieuwe leden voor het eerst van de (koor)partij zijn en dus het heilig koordoopsel zullen ontvangen.
  • Acantus 2 maal anderen van zijn muzikale talenten kan laten genieten (Mittagsgebet in de Kölner Dom en eredienst in Sankt Maria im Kapitol).
  • andermaal (na de Basilica Papale San Pietro in Rome, de Notre-Dame en la Madeleine in Parijs en een reeks andere prachtige locaties) in een prestigieuze omgeving kan gemusiceerd worden (Kölner Dom).
  • het opnieuw een gelegenheid is om buitenlanders kennis te laten maken met onze Vlaamse componisten (Jef Tinel, Camil Van Hulse).
  • ondertussen alle deelnemers een flinke brok cultuur kunnen meepikken (Museum Ludwig, Wallraff-Richartz Museum, …).
  • er uiteraard ook voor gezellige natjes en droogjes gezorgd wordt.
  • Keulen ook vanuit een ander perspectief kan bekeken worden (boottocht op de Rijn).
  • het telkens opnieuw een groot plezier is en deugd doet vast te stellen hoe muziek mensen van de meest diverse pluimage pretentieloos verenigt.

En nog een (persoonlijk) extraatje: ik kijk nu al uit naar de 21ste buitenlandse reis om de 30ste verjaardag van de moeder aller koorreizen (Polen 1989) op een gepaste manier te vieren!

Jan Vancauwenberghe
Rik en Jeannine

Rik, zo zachtaardig,

Jeannine, lief en aardig,

Ze delen lief en leed tesamen in de Brownestraat:

Rik, Jeannine.


Zijn wiegje stond aan ’t zeitje, ‘t is nen Oostendenare,

Zijn moeder veel alleen, zijn vader was gaan varen,

De Rik en zijn twee broers, die moesten thuis veel helpen,

Geen tijd voor veel vertier, of zoeken naar wat schelpen!


Rik, zo zachtaardig, Jeannine, lief en aardig. Ze delen lief en leed tesamen in de Brownestraat: Rik, Jeannine.


Zijn pa moest naar Kallo, en iedereen moest volgen,

Naar Melsele verhuisd, dat had heel wat gevolgen,

Tot veertien jaar naar school, toen kwam de Flower Power,

Geen drugs, wel alcohol, door ’t werken bij den brouwer!


Rik, zo zachtaardig, Jeannine, lief en aardig. Ze delen lief en leed tesamen in de Brownestraat: Rik, Jeannine.


Hij trok veel naar ‘Den Troel’, tesamen met zijn maten,

Hij vond Jeannine wel cool, hij wilde wel eens ‘praten’.

Zij vond hem ook wel hip, viel voor zijn lange haren,

En plots was daar de klik, Jeannineke was de ware!


Rik, zo zachtaardig, Jeannine, lief en aardig. Ze delen lief en leed tesamen in de Brownestraat: Rik, Jeannine.


Ze zijn heel snel getrouwd, ze konden niet meer wachten,

Toen kwam de eerste spruit, de vrucht van zwoele nachten,

Van één kwam twee en drie, waar gingen ze dan wonen?

Waar vind je dat, ‘Henri’, een huis voor 5 personen?


Rik, zo zachtaardig, Jeannine, lief en aardig. Ze delen lief en leed tesamen in de Brownestraat: Rik, Jeannine.


Het was nog niet genoeg, er moesten dieren komen,

Willem, James en Bo, werden in huis genomen.

Maar Roefel en Mormel, hingen in de gordijnen,

Het was een beestenboel, er waren ook konijnen!


Rik, zo zachtaardig, Jeannine, lief en aardig. Ze delen lief en leed tesamen in de Brownestraat: Rik, Jeannine.


Jeannineke en Rik, ze zaten maar te smachten,

Maar eind’lijk was ’t zo ver, ze moesten niet meer wachten.

Ze waren trots op Sus, wat was dat toch een wonder!

Toen kwamen er nog drie, dat was toch heel bijzonder.


Rik, zo zachtaardig, Jeannine, lief en aardig. Ze delen lief en leed tesamen in de Brownestraat: Rik, Jeannine.


Jeannine is altijd blij, ze kan altijd wel lachen,

Ze heeft het echt getroffen, want Rik dat is ‘ne zachten’.

Zij blijft zijn grootste fan en volgt hem voor het leven

Met alles wat ze kan, blijft zij hem liefde geven!


Rik, zo zachtaardig, Jeannine, lief en aardig. Ze delen lief en leed tesamen in de Brownestraat: Rik, Jeannine.


De Rik werkt in den Doel, hij heeft daar een ferm jobke,

Hij heeft geen grote smoel, het stijgt niet naar zijn kopke.

Een scheurken hier of daar, de Rik zal dat wel fiksen,

zo is er geen gevaar, en dat…dankzij ons Rikske!


Rik, zo zachtaardig, Jeannine, lief en aardig. Ze delen lief en leed tesamen in de Brownestraat: Rik, Jeannine.


Re-mi-fa-sol-la-si, Rik zingt bij de tenoren,

The Stones of Debussy, hij doet Acantus gloren.

Rik zorgt voor de techniek, op al onze concerten,

Decor, geluid of licht, hij leidt een team experten.


Rik, zo zachtaardig, Jeannine, lief en aardig. Ze delen lief en leed tesamen in de Brownestraat: Rik, Jeannine.


Ze hielden een groot feest, ze mochten samen vieren,

met wensen om het meest, van zoveel goede vrienden.

Dit was ons strofe tien, ’t is uit: wij zingen ‘amen’

Voor Rik en zijn Jeannine: nog heel veel jaren samen!


Rik, zo zachtaardig, Jeannine, lief en aardig. Ze delen lief en leed tesamen in de Brownestraat: Rik, Jeannine.


Dankbaar, vanwege het koor Acantus

Voor onze tenor, chef techniek, hemelbaas en duivel-doet-al, en zijn liefste Jeannine

Gelegenheidsdichters: Hilde, Nathalie, Katrien, Godfried
Wie A zegt, moet B zeggen

Of ik voor het volgende A-kantje eens iets wou schrijven over mijn B-kant, vroeg Gerd.

Nu moet ik eerlijk toegeven dat ik naar dat woord, ‘B-kant’, wel diep in mijn geheugen moest graven! Het sprong me pas met een kleine hint van Gerd terug te binnen dat, -ah ja, natuurlijk! -, de B-kant de achterkant van de “A-kant” is en dat beide kanten samen een plaatje maken. Net zoals de kop- en muntzijden van een muntstuk. Terstond werd ik terug gekatapulteerd in de tijd. Naar het vinyl-tijdperk dat ik effectief nog heb gekend, beleefd en meegemaakt.

Als twaalfjarige had ik op de slaapkamer die ik met mijn zus deelde, mijn eigen mini-platenspelertje, een afdankertje uit de ‘achterplaats’ van mijn grootouders. Mijn persoonlijke collectie telde amper twee grammofoonplaatjes van 45 toeren, singles, elk met een A- én B-kant dus. Ik weet nog goed welke liedjes op de A-kantjes stonden:

Op het ene stond “Uptown girl”, een hit uit 1983 van Billy Joël. De tekst van dat liedje gaat over een ‘working-class downtown’ man die een welstellend ‘uptown’ meisje probeert te versieren…

Op het andere stond “Do you really want to hurt me” gegrift, een hit van Culture Club met de toen nog redelijk piepjonge Boy George als leadzanger. Zijn foto stond op de cover van het platenhoesje, dat uit dik papier was vervaardigd. In die tijd werd nog niet aan plastificeren gedaan. Zijn androgyne gezicht met zijn sterk zwart en donker opgemaakte ogen en bleke gelaat, omrand door een lange steile haardos met zwarte en strakke hoed, vond ik even intrigerend als bevreemdend.

Het eerste liedje paste bij mijn extraverte, ongeremde en spring-in-het-veld-karakter. Het andere leunde aan bij mijn meer verborgen, bedachtzame en eerder melancholische kant. Of er ook liedjes op de B-kanten stonden en welke, ben ik vergeten.

Bij wijze van van memory-check, speel ik beide A-kantnummers nog eens digitaal af op Youtube. Onze twee zonen komen stante pede vanuit de luie sofa over mijn schouders hangen. Ze kijken en luisteren even mee. “Oh my God. Mama toch, wat voor muziek is dat? Van welke planeet komen die gasten eigenlijk? What the “heck”… ‘bro’, niet normaal.”

Om hun statement kracht bij te zetten, voeren ze de “dab” uit. Je weet wel -en die omschrijving heb ik effe gegoogled- die “dansmove waarbij je je hoofd naar de binnenkant van je elleboog laat zakken (alsof je in je armholte hoest in plaats van je hand voor je mond te houden), terwijl je je andere arm zijdelings omhoogsteekt”. Die beweging die ik maar niet in de armen krijg… ik ben er waarschijnlijk niet jong genoeg meer voor.

Die ‘move’ die Steve, een van de deelnemers van het programma de Mol, in een van de raadspelletjes verkeerdelijk de “dub” noemde, waardoor hij punten voor het team én geld voor de pot verspeelde. Dát vonden mijn zonen een onvergeeflijke vergissing of “brakke onwetendheid”, waardoor zij Steve –ook omdat hij geen teamspeler was- nog méér verguisden en hem nog hardvochtiger richting ‘exit’ Mol-programma wensten.

“Uptown girl” en “Do you really want to hurt me” vinden zij écht geen muziek. Deze nummers kunnen hen duidelijk niet boeien. Even zo snel ze zijn gekomen, zijn ze ook weer weg, en zoeken ze op I-pad en smartphone de voor hen toch eindeloos interessantere filmpjes en liedjes op. Ach… kan je hen dat kwalijk nemen? Wat weten zij van de jaren tachtig sinds wanneer alles aan een exponentieel tempo is veranderd? Ze waren toen nog niet eens geboren.

Ik hield wel van dat ritueel om plaatjes af te spelen. Je moest een aantal stappen nauwgezet uitvoeren: het juiste toerental kiezen, het plaatje op de pin leggen, de schijf in beweging zetten, en zodra deze op toerental draaide, de pick-up-arm uit het haakje vissen en de naald zachtjes op het vinyl neerlaten. En dan…aaah, dan kwam “le moment suprême”: luidkeels met de liedjes meezingen, met of zonder tekst, met een denkbeeldige microfoon voor de mond, de lucht uit mijn longen schreeuwend, natuurlijk het liefst en alleen vanachter een gesloten slaapkamerdeur. Wat een plezier! Voor enkele minuten de ster van de dag zijn, en, ver weg van alles en iedereen, wegdromen naar plaatsen waar ik enkel in mijn hoofd kon komen…

Er is de A-kant. Er is de B-kant. Niet alleen platen hebben twee kanten, ook andere alledaagse en aardse dingen, dieren, én mensen, … Daar valt toch best wel wat over te schrijven? Dromen en realiteit. Slapen of wakker zijn. Donker en licht. Zwart en wit. Majeur en mineur.

Stilte, geluid. Inspanning en ontspanning. Positief of negatief. Blijdschap en verdriet. Scherp en stomp. Vol en leeg. Zoet en zuur. Groot en klein. Dik en dun. Dapper en laf. Privé en openbaar. Eindig en oneindig. Up and down. On and off. In en uit. Snel en traag. Start en stop. Beweging en stilstand. Doorzetten of opgeven. Zo kunnen we eeuwig doorgaan. Van A naar B en weer terug.

Nee, nee. Begrijp me niet verkeerd… Ik ben echt niet zo’n fan van tweeledig- of tweezijdigheid, laat staan van pure tegenstellingen. Hoe zouden we alleen kunnen spreken in en over uitersten of tegengestelden? Zonder iets te zeggen over alles wat daartussenin ligt? Net daarover valt het meeste te vertellen! Deze wereld heeft het geenszins nodig om alles en iedereen op een doorgedreven manier in hokjes te categoriseren. In extremen denken of complexiteit vereenvoudigen en opbreken in simpele beweringen, uitersten en tegenstellingen, zijn uit den boze. Dat gebeurt al te vaak. Dat doen mensen al genoeg. Het is te gemakkelijk. Is het niet beter én liever om ons wat verloren te lopen, vast of los te rijden in de complexe meerkeuze en veelzijdigheid, complementariteit, en allerlei nuances? Zelfs al kunnen we daarin verstrikt geraken, ons daarin gevangen voelen of lijkt het ons zo ingewikkeld als een nooit volledig te ontwarren kluwen van in elkaar verstrengelde draden …

Akkoord: soms bedienen we ons van simplificerende tegenstellingen om een en ander bevattelijk te maken. Voor een sneller of directer begrip –wat niet noodzakelijk een béter begrip is.

En ook is het zo, in alle eenvoud gezegd, dat het bestaan van vele zaken zich aan ons stelt, openbaart of op de voorgrond treedt, omdat deze zich verhouden tot ‘het andere’, soms hun tegenstelde of andere kant. De achterkant, de kant van de schaduw, of van het licht.

Hoe iets of iemand bijvoorbeeld –soms in alle hevigheid- zo nadrukkelijk aanwezig wordt, wanneer we net zijn/haar afwezigheid voelen en ervaren, of geconfronteerd worden met de andere kant of het tegengestelde, … laat dat een even zachte als harde paradox zijn, waarin bij nader inzicht ook een zekere complementariteit schuilt.

Geen B-kant, zonder A-kant. Ja, er valt zeker wat te zeggen over die B-kant. Maar míjn B-kant? Heeft überhaupt iemand daar een boodschap aan? Schrijven of niet schrijven? Soms moet je opdrachten nederig en dankbaar aanvaarden. So, well, hey, it is okay. I will have a shot at it and see where it will lead me. Discover. Uncover. Laat mij maar eens een sprongetje in het onbekende wagen. Want, wie dit schreef had volgens mij gelijk: “wie niet springt, heeft geen leven”. Geen bodem zonder afgrond. Vasthouden en loslaten. Geloof en ongeloof. Geen rivier zonder bedding. Geen eb zonder vloed. Geen zee zonder land. Zon en maan. Geen vrouw zonder man. Geen kind zonder twee ouders. Geen geboorte zonder levens. Geen leven zonder geboorte. Geen dood zonder leven.

Alvorens ik die B-kant aan het woord laat, en nu de woorden leven en dood in één adem zijn genoemd, wil ik graag iets met jullie delen:

“Gisteren was het zijn uitvaart. Van Tom. Een goeie vriend. Overleden 23-4-2018. De man van Kim.

Een beste vriendin van mij. Hij was 49 jaar jong. De papa van hun enige zoon, Dan, 6 jaar jong. Tijdens zijn uitvaart kreeg zijn leven, niet zozeer zijn dood, alle focus. Er was het thema van de super man én super dad (en zijn super son). De zoon had een tekening gemaakt van zijn papa en zichzelf, als grote en kleine superman. Die tekening stond op de rouwbrief. De supervrouw en -mom, las je wel in de witregels: zij had de uitvaartplechtigheid tot in de puntjes en van A tot Z ongelooflijk goed in elkaar gebokst in die vijf – tergend langzaam en veel te snel verstrijkende - dagen voor de uitvaart. Amper 9 jaar geleden hadden zij elkaar trouw beloofd voor het altaar van een kerk een gemeente verder … “in ziekte en gezondheid en tot de dood ons scheidt”.

Te jong en te snel ging hij. De jongen met vele dromen is niet meer en dat is in woorden nauwelijks te vatten. Tijdens zijn uitvaart werd voluit gesproken over alle superkrachten van de superman en -vader bij leven. Hij werd uitgedaagd om een helaas ongelijke strijd te voeren tegen een kanker waartegen zelfs al zijn superkrachten bij elkaar niet opgewassen waren. Op alle mogelijke manieren werden zijn leven, zijn persoon, zijn hele zijn belicht en in de kijker gezet. Zijn leven werd verhaald en naar de voorgrond gebracht, wat zijn dood naar de donkere achtergrond verdrong. Het contrast leven-dood was des te feller en des te scherper. Echtgenote, vrienden en familie spraken over hem, in de tegenwoordige tijd. De verleden tijd weerden ze –haast bewust. Zó stelden ze hem heel ‘tegenwoordig aanwezig’. En die aanwezigheid gaf licht, tussen alle donkerte van zijn –hoewel geanticipeerde toch evenzeer abrupte- afwezigheid. Er was veel voelbare kracht tussen alle kwetsbaarheid en verdriet.

Ik zat de hele tijd door te denken aan alles waarheen zij zich de laatste maanden en weken doorheen hadden moeten spartelen. Zij alleen hebben daar écht weet van. Hoe moet je zulk leed wanneer het daar is, verzachten -als dat al kan-? Hoe kan je steunen, omringen, omarmen? Het blijft allemaal bij onhandig proberen. Trial and error. Pleisters op houten benen. Zoiets hakt zo hard! En te weten dat er zo velen zijn die vechten, knokken, worstelen en ongelijke strijd voeren… maakt bang. Angst en moed. Als twee tegenstanders staan ze daar dan. Oog in oog. De moed is sterker dan de angst? Toch?

Nee. We hebben niet alles in handen. Ook al willen we dat soms geloven of wordt het ons voorgelogen of wijs gemaakt. Vasthouden en loslaten. Alles of niets. Erop of eronder. Wankelen en vallen en weer evenwicht zoeken en opstaan.

“Ik vind het zo erg dat jij en je zoon dit moeten meemaken”, meer dan dat krijg ik niet in haar oor gefluisterd bij het groeten. Mijn armen omhelzen haar onhandig en voelen zich veel te kort om zulk groot verdriet te omarmen. Zij wou niets liever dan samen met hem het leven plukken. “Carpe Diem” was in zovele opzichten hun levens-leidmotief bij uitstek… Nu houdt zij hem niet meer vast en wiegt en koestert ze in haar armen enkel nog alle schone herinneringen en een onvoorstelbaar groot gemis. Ze houdt zich sterk, want dat moet. Al was het maar omdat het schoonste cadeau dat hij haar heeft gegeven, hun zoon, nog veel te klein is om zijn moeder te zien wenen. En ze wil niet dat hij nog meer van slag geraakt dan hij al is.

Vuur en hemel. As en aarde. Overwinnaar en verliezer. Vaste grond en drijfzand. Naast foto’s, rituelen, beelden en woorden, was er zoveel muziek, mét en zonder lyrics … veelzeggende muziek die sprak als een universele taal die als geen andere kan uitzingen wat woorden niet gezegd krijgen. “Viva la Vida”. “Wat nog komen zou”. “La Vita é bella » en ook pianomuziek, Erik Satie’s “Gnossiene n°5 “. Muziek en stilte. Zovele mooie teksten. Spreken maar tussendoor naar adem happen, en zwijgen. Mensen. Veel mensen bij elkaar. Zoveel warmte brachten ze daar, te midden van de kou. Geboren worden, van de warmte de koude in. Sterven, van de warmte de koude in…

Onheilstijding komt altijd op slechte momenten, maar in die week kwam het nog méér ongelegen met mijn wederhelft aan de andere kant van de wereld, in Manilla, the Phillippines of all God forsaken places! Toch maar gaan luisteren naar Jasper Steverlinck die woensdagavond in april. Het leven gaat voort. En piekeren helpt niet. En dan ook toch wel naar de repetitie donderdagavond, ook al zijn de kinderen voor de derde keer in die week alleen thuis. Stukken inoefenen uit Duruflé’s requiem (!) en zingen om hart en ziel op te halen, te verlichten, op te tillen... Focussen op Sanctus, Libera me, Lux aeterna. Inademen. Uitademen. Vooral blijven ademen… Music gives a soul to the universe, wings to the mind, flight to the imagination, and life to everything.”

Zonder muziek geen leven, schreef vele jaren geleden eens een oudere man op mijn partiturenmapje, ter afscheid na een muziekkamp. Ik vond het wat ‘extreem’ gesteld toen. Met de jaren ben ik de volle betekenis daarvan gaan begrijpen. Muziek is voedsel voor de ziel. Dat muziek, zingen én viool spelen, haast levensnoodzakelijk uit te leven passies voor mij zijn, en dat ons gezin mijn kern en ijkpunt zijn, gaf ik al prijs in een van de voorgaande A-kantjes. Laat deze passies dus behoren tot mijn A-kant.

Wat staat er op die B-kant dan? Allerhande. Naast muziek is ook voedsel troost voor de ziel... Ik hou van koken. En meer nog, van lekker eten. En dat zal mijn “lijn” stilaan geweten hebben!

Nieuwe gerechten uitproberen, vind ik fantastisch. En de bes-te gerechtjes zijn deze waarvoor je de ingrediënten gemakkelijk vindt, die je in een ‘handomdraai’ op tafel hebt staan én lekker zijn.

Daar maak je je tafelgenoten helemaal happy mee. Ik hou van de voorbereiding: de tafel mooi dekken en alle ingrediënten stap voor stap klaar te zetten, het snijwerk, het afwegen en doseren, om dan het gasvuur met een knisper aan te zetten en een voor een de verschillende smaken, kleuren en texturen samen te brengen en met elkaar te vermengen.

Tussendoor proeven. Zoeken naar het juiste evenwicht, het gerecht op smaak brengen met de juiste kruiding… Hier en daar een twist aanbrengen, het toch nét even anders doen dan het recept voorschrijft. De geuren opsnuiven die de keuken vullen. Het geduldige wachten. Het zachte gezoem van de dampkap. Het gekletter van borden vlak voor het opdienen. De huiselijkheid… Ik vind het allemaal even heerlijk en geniet ervan om onze gasten te verwennen. Dat is puur genieten, en niet alleen op Pascale Naessens’ wijze hoor. 😄

Koken én eten maken gewoon gelukkig. Ervoor zorgen dat iedereen rond de dis het naar zijn/haar zin heeft, daar doe ik graag een extra inspanning voor. Ik kan daar ook extreem vér in gaan, wil het soms allemaal té piekfijn. Dan komt het genieten in het gedrang en probeer ik wat bij te sturen, een beetje te minderen, wat meer te doseren door bijvoorbeeld naar de ‘Braziliaanse modus’ om te schakelen: niks borden dresseren, niks van iedereen heeft een stoel en een plek aan tafel, maar wel van ‘hier is de stapel borden, hier is het bestek, hier zijn de glazen, en al het eten staat ‘buffetgewijs’ op tafel’: neemt en eet ervan, gij allen, ga lekker zitten waar je een plaatsje vindt, en laat ons (inclusief de gastvrouw) mee genieten van het samenzijn.

Dus ja… een gedoseerd goed stukske eten en drinken met vrienden en familie maakt me altijd goed gezind. Ik zeg ook niet nee tegen “eens lekker gaan tafelen op restaurant”. Soms proberen we eens een nieuw adresje uit, maar er zijn resto’s waar we altijd opnieuw terugkeren omdat het intussen voelt alsof we daar thuiskomen en kind aan huis zijn. Een coupe ambachtelijk ijs met fruit van crèmerie François of een bento-box bij Les Saveurs de Yamada (hèhè, dat rijmt.) sla ik nooit of nimmer af.

Ik ben vaak heel graag ‘gewoon thuis’. Ik voel me met de jaren rustiger als huismus dan als reisduif. Maar oh, oh, …wanneer het begint te kriebelen, … dan voel ik me al gauw gevangen tussen die vier muren. Laat me dan maar op stap gaan. De wijde wereld intrekken. Het hoeft niet eens zo ‘wijd’ te zijn, maar liefst niet al te druk. De tuin is soms al ‘ver’ genoeg. (Mijn thuis is waar mijn tuin is, haha!)

De natuur opzoeken, is altijd fijn. Zeker in de lente, samen met de herfst mijn favoriete seizoen. Wat is er mooier dan de transitie en transformatie van de natuur tijdens die twee jaargetijden? Een fikse wandeling in het groen is een weldaad voor de ziel en zeer inspirerend.

Of gewoon wat gaan kuieren in Gent of Antwerpen, of elders, zelf al is het voor de zoveelste keer. Ook aan die ‘stadse avontuurtjes’ kan ik me opladen, hoewel de drukte me daar soms rap teveel wordt… Het rondlopen mag doelloos zijn en zonder al te strak of concreet plan. Daarin ben ik al evenzeer besmet en ongeneeslijk ziek aangestoken door ‘le virus Brésilien’. Zónder plan is er zelfs vaker écht iets nieuws te zien en te ontdekken en loeren er geen teleurstellingen over niet ingeloste verwachtingen om de hoek.

Op de uitstapjes als sant in eigen land, houd ik altijd mijn smartphone in de aanslag. Ik hou van fotograferen, maar bij gebrek aan een ‘deftige’ camera neem ik alle foto’s met mijn i-phone.

En al doende, gaandeweg, ontwikkelde ik zo mijn eigen fotothema’s. Al die digitale plaatjes worden verzameld in albums (op Facebook). Het rijkst gevulde album heet “Lichtspelingen”. Daarin zitten foto’s die volledig bestaan bij de gratie van de vele en mooie spelingen van het licht. In reflecties van het licht (in water, spiegels of (etalage)ramen, het koetswerk van wagens, bladeren…) liggen namelijk hele verborgen werelden vervat! Nooit voor altijd, altijd voor even. De vluchtige vergankelijkheid van een beeld ‘vangen’ of ‘vastleggen’ in een foto, dat is ongelooflijk fijn en rustgevend. Schoonheid kan ik werkelijk in alles zien. Het vraagt om kijken met de juiste aandacht. Ja, er zit zelfs schoonheid in de carwash! Al tal van wonderlijk kleurrijke foto’s heb ik genomen terwijl mijn auto door de wasstraat wordt gesleept...

In die ene seconde van dat klikje leg je zo’n beeld vast met de camera. Maar wacht als je dat beeld op doek wil krijgen, zonder even langs de webshop voor fotoafdruk op canvas te passeren, … dan ben je wel vertrokken voor uren of dagen. Onze zonen kunnen al sinds hun kleutertijd hun creativiteit botvieren en uitleven met allerhande projecten, tekeningen, knutsel- en schilderwerken in de Academie van –eerst Sombeke- dan Waasmunster. Een tijd geleden konden ouders en kennissen van de leerlingen samen met de leerlingen een workshop naar keuze volgen.

Zo verzeilde ik op de zolder van de Waasmunsterse Academie, in het atelier ‘schilderkunst’. Daar stond ik dan “te schilderen”… en bevond ik me onverwachts in die betoverende wereld van schildersezels en –paletten, canvassen, bussen acrylverf en tubes olieverf, penselen en spatels allerhande. Geen flauw idee had ik van wat ik zou schilderen…tot die plotse ingeving me te binnen viel: ik zou me laten inspireren door een van die vele kleurrijke foto’s uit mijn album ‘car wash beauties’. Dat beeld wilde ik graag ‘vertalen’ in een schilderwerk. Een kopie mocht en moest het níet worden. Ik gunde mezelf een vrije interpretatie…

Wat een bijzondere ervaring is dat geworden. Het was een oefening in geduld en loslaten. Het was zoeken, zuchten én vloeken. Kleuren mengen, de juiste strepen zetten, accenten leggen, perspectief proberen creëren. De hele tijd door keuzes maken: dikke lagen of dunne lagen, borstel of spatel, met een vod uitvegen of niet, scherp of flou, voorgrond of achtergrond …? Massa’s geduld heb je daarvoor nodig. Laat geduld nu net een schone deugd zijn waarover ik amper beschik… toch “beet het in mijn been” om verder te schilderen en toch de nodige tijd te nemen… wat –ik voelde het zo aankomen- de workshoptijd ruimschoots zou overschrijden. Ik keek ernaar uit om laag na laag, gestage invulling te geven aan dat stuk witte doek dat me was toevertrouwd.

Wat een uitstapje van twee uur zou worden, is uiteindelijk uitgemond in drie zaterdagvoormiddagen van nog eens telkens drie uur schilderen. Een en ander heeft mijn vrijetijdsbesteding in die weken zodanig in de war gestuurd dat het me mandenvol strijkachterstand heeft opgeleverd én confronteerde met de gevolgen van de ongelukkige combinatie van stramme vingers op een nukkig vals geworden viool die te lang in de hoek had moeten staan. Maar het was het allemaal waard. Wat een fijne ervaring was dat schilderen. Ik wil het graag nog eens doen… Had een dag maar méér dan die luttele vierentwintig uren (min de uren dagelijkse nachtrust)!

Het hele proces, de weg ernaartoe, het schilderen, was boeiend. Boeiender én geslaagder dan het product, het schilderij an Sich. Nee, of course not, het resultaat kan in de biljoenen kilometers verste verte niet tippen aan een Rembrandt, Picasso, Miró, Richter of Tuymans. Het is (maar) een ‘Van Rossen’. Geschilderd zonder aangeboren talent en aangeleerd meesterschap. Onmogelijk. Het was ook nog maar mijn eerste proefstuk! But… God knows…maybe… one day.😄

Vioolspelen is aanvankelijk ook met ‘vals gekras’ begonnen, tot wanhoop van mijn huisgenoten die soms niet wisten waar te kruipen. Er bestaat wel degelijke zoiets als de 10000-uren regel… die je ver kan brengen zonder al te veel talent… Ik ben toch best trots op mijn schilderijtje. Het heeft thuis een plaatsje gekregen. Bezoekers hoeven er niet naar te zitten kijken, want het hangt niet in de woonkamer. Alleen mijn huisgenoten komen het tegen wanneer ze richting badkamer door de nachthal boven lopen. Op die eerder privé-plek zal het ‘hangen’ tot het gaat vervelen. Of tot de tijd en ons ‘spaarboekje’ rijp is voor de aankoop van iets anders, mooiers en beters. Echte kunst. Misschien hang ik daar dan ooit eens een Carll Cneut-je op. Zou ik wel willen, zo’n werkje van een artiest pur sang en kunstenaar die ondanks alles verkleefd blijft zitten aan het label van ‘illustrator’.

Het schilderen zelf was eigenlijk een beetje zoals het fotograferen, koken, eten, zingen en musiceren, … Stuk voor stuk zijn dat uitgelezen mindfulness-activiteiten die helpen om bij ‘het moment’ te blijven en aandacht te hebben voor mooie dingen in de omgeving. De tocht van het zoeken naar en ontdekken van de ziel die overal in verscholen ligt, is waardevol. Het gaat evenzeer om het bezield zijn als het bezielen zelf. Het vuur voelen, temperen, bedwingen en opnieuw aanwakkeren. Het gaat ook om delen. Met anderen. En om samen zijn. Om verbinden. Want het valt te hopen dat zij die kijken, luisteren, eten, en lezen daar toch mee van genieten.

Het gaat ook over in evenwicht en in balans blijven. Op mijn A-kant denk ik soms te veel na en pieker ik, ben ik en leef ik soms te veel in het verleden. Mijn B-kant brengt evenwicht met activiteiten, liefhebberijen, noem het zelfs passies, die me naar het ‘hier en nu’ halen, en me heel even alles rondom doen vergeten, maar me ook helpen om te herinneren. Daar kan niks mis mee zijn.

Het verleden ligt achter ons, maar ook ín ons. Wij dragen onze geschiedenis én zijn het ook (voor een groot deel). Dat valt niet te verloochenen. “Nu” is wat ons gegeven is, op dit eigenste moment. Dat hebben we telkens maar voor even in handen, zoals een geschenk dat we maar beter meteen uitpakken. En de toekomst blijft een mysterie, dat zich altijd weer nog aan ons moet tonen en prijsgeven, altijd opnieuw moet blijken.

Wat koken, musiceren, fotograferen, schilderen volgens mij nog gemeenschappelijk hebben: het zijn allemaal manieren van kijken en voelen, mogelijkheden tot veelzijdigheid en expressie. Ze brengen mij in een ‘prettige flow’ en geven me de kans om me in- én uit te leven. Het zijn middelen om werkelijkheden én dromen te creëren, vorm te geven, en te interpreteren. Het doet spreken én zwijgen. Voluit leven en beleven vanuit hart en ziel en met lijf en leden.

Lezen en schrijven noem ik als laatste aspecten van mijn B-kant. Niet omdat daarmee alles is gezegd. Of niet omdat ze van ondergeschikt belang zouden zijn. Integendeel. Ik wou dat ik er veel vaker aan toe kwam. Aan lezen én aan schrijven. Maar mijn B-kant speelt zich voornamelijk af in het tijdsbestek van -wat men zo mooi noemt- ‘de vrije tijd’.

Vrijheid is misschien wel een van de meest en dapperst nagestreefde idealen, maar tegelijkertijd wellicht ook wel de grootste illusie die er bestaat …? Daarin zal elke lezer zich wel op een of andere manier herkennen: altijd en overal komen we (vrije) tijd te kort. En dat terwijl we nooit eerder zoveel vrije tijd hadden.

Slapen en werken eisen de hoofdmoot op van de ons toegemeten tijd. Zorg voor gezin en huishouden komen bij mij bijna altijd op de eerste plaats. De overblijvende tijd verdeel ik zo zorgzaam mogelijk over vrienden en familie. En dan zijn er de hobby’s. Koken, repeteren en optreden :-), viool spelen en nieuwe stukken instuderen, daar kruipt best wel tijd in, …

Tijd om te lezen en te schrijven vind ik daarom eigenlijk vaak pas in de vakanties. (In een heel jaar, zijn er daar maar zes weekjes van. En dan willen we nog eens wat van de wereld zien en andere ervaringen opdoen.) In de vakanties sleur ik, in mijn valies, een karrevracht aan boeken mee waarvan de helft meestal onaangeroerd blijft en terug mee mag naar de volgende reisbestemming. Deze nostalgische ziel kan niet “e-readen”, geef haar maar het tastbare boek en de geuren van inkt en papier.

Ach,… je kan nu eenmaal niet álles hebben of doen in het leven. Maar wel veel. Héél veel zelfs. Misschien is het een kwestie van zoeken en tasten, vaag en scherp zien. Laat ons koesteren en naar waarde schatten wat was, wat is, wat zal zijn. Eruit halen wat kan. Er het beste van maken in maximalistische zin. Blij zijn met de kleine dingen. Tevreden zijn met wat er is, in minimalistische zin. Het glas is altijd halfvol. Morgen kan alles helemaal anders zijn. Dus niet te veel kniezen en uitstellen. Gewoon doen en de dagen plukken… Carpe diem!

Dankjewel voor jullie lezende ogen en luisterende oren.

Uw toegewijde creatieve en veelzijdig generalist, met minstens een A- en B-kant, de zoekende en zuchtende ziel niet terzijde latend, en een hoek(ske) af.

Frie Van Rossen
Pas bevallen vrouw zingt toontje lager

De Britse zangeres Adele zou de lage noten in de titelsong van de Bondfilm Skyfall naar eigen zeggen makkelijker hebben kunnen halen door haar gezegende toestand. Tijdens de opnames was ze zwanger van haar zoontje Angelo.

Volgens Kasia Pisanski van de universiteit van Sussex is dat heel aannemelijk. Zwangerschap doet een stem inderdaad dalen, is gebleken uit haar onderzoek, al had Adele misschien beter nog even tot na de bevalling gewacht met de opnames. Een nog grotere daling in toonhoogte treedt immers op als vrouwen net zijn bevallen. De gemiddelde stemhoogte daalt dan met meer dan vijf procent, en de hoogste tonen die vrouwen kunnen halen, zakt ruim twee tonen.

Pisanski vergeleek archiefopnames van de zangstem van twintig jonge vrouwen, onder wie zangeressen en actrices, en vergeleek die met opnames na de bevalling en vijf jaar na de geboorte. De studieresultaten verschijnen binnenkort in het vakblad Evolution and Human Behaviour.

Pisanski neemt aan dat de stemdaling wordt veroorzaakt door hormoonveranderingen na de bevalling – uit eerder onderzoek is gebleken dat het bereik van vrouwenstemmen ook schommelt tijdens hun maandelijkse cyclus, waarbij de hoogste tonen worden gehaald rond het tijdstip van de eisprong. Na een zwangerschap dalen de gehaltes van diverse geslachtshormonen sterk, wat een uitwerking heeft op de stembanden.

De stemdaling na een zwangerschap is overigens niet permanent – een jaar na hun bevalling zingen de moeders weer op even hoge toon als voorheen.

Voor u gelezen in De Standaard, donderdag 31 mei 2018

Voor u gelezen in De Standaard, donderdag 31 mei 2018
Visioen

De gemoederen

warmen gestaag op

als de aarde.


Bittere smaak

van oorlog, polarisering, eenzaamheid

om elke hoek.


Ik spuug

op valse, ongezegde woorden,

en zurigheid

van deze moderne, gedigitaliseerde tijd.


Haal nu

-eventjes-

ADEM.

Richt met grote ogen

je blik

op de milde, geduldige ZEE.

En luister

naar ’t rustgevend geruis

van haar eeuwige branding.


Laat je omarmen

in haar land die

LIEFDE heet

zoals ze – keer op keer-

de malse weiden bevloeit

met haar eb en vloed.


Bea Claus, 06/06/2018
Koorkalender
Zaterdag 30 juni tot zondag 1 juli 2018 6.30 uur station Beveren Koorreis Keulen
Woensdag 15 augustus 2018 10.30 uur Opluisteren eucharistieviering Melsele
Donderdag 23 augustus 2018 Begin Hemelweekeinde Beverse Feesten
Zondag 27 augustus 2018 11.00 uur Aperitiefconcert
Zaterdag 8 september 2018 11.00 uur Eucharistieviering herdenking overlijden Koning Boudewijn, Laken
Zaterdag 6 oktober 2018 10.00 uur Koorweekeinde te Drongen
Zondag 7 oktober 2018 17.00 uur Einde koorweekende te Drongen
Zaterdag 13 oktober 2018 18.30 uur Koorfeest door de B-ploeg
Zondag 21 oktober 2018 13.30 uur, Atletiekpiste Slotceremonie Levensloop
Vrijdag 9 november 2018 20.00 uur Optie extra concert Duruflé
Zaterdag 10 november 2018 20.00 uur Concert n.a.v. 100 jaar Wapenstilstand WO I
Donderdag 1 november 2018 11.00 uur Mis Allerheiligen
zaterdag 10 november 2018 20.00 uur Concert n.a.v. 100 jaar Wapenstilstand WO I met o.a. het Requiem van Duruflé
Zondag 11 november 2018 11.00 uur Misviering in het kader van 100 jaar einde van WO I, Axis Vredesgenootschap
Zondag 24 december 2017 Middernachtmis
Gerd Wenmeekers
Familienieuws

Wij verwelkomen

Isabelle Copejans, sopraan


Wij bieden onze oprechte deelneming aan

bij het overlijden op 10 april 2018 van Hildegard Holler, (schoon)moeder van Hans en Katrien


bij het overlijden op 4 mei 2018 van Bernadette Bosman, dochter van Marc en Mieke


De bomen komen uit de grond

en uit hun stam de twijgen

en ied'reen vindt het heel gewoon

dat zij weer bladeren krijgen

we zien ze vallen op de grond

en dan opnieuw weer groeien

zo heeft de aarde ons geleerd

dat ál wat sterft zal bloeien

Toon Hermans

Gerd Wenmeekers
Verjaardagskalender
Marc Oosterlinck 12 juni
Annelies Herremans 23 juni
Manu Cardon 25 juni
Carry Decleer 4 juli
Nicole De Laet 21 juli
   
Klaartje Schatteman 25 juli
Marina Smets 28 juli
Dirk Praet 4 augustus
Tin Campo 13 augustus
   
Mieke Michiels 5 september
Yvette Pluym 14 september
Marc Van Kerckhoven 15 september
Marja Van Kooten 19 september
   
Annemie Anné 25 oktober
Gerd Wenmeekers 26 oktober
Rik Daghelet 30 oktober
   
Gerd Wenmeekers